Sinds 2003 verrast de Amerikaanse auteur Karen Rose ons jaarlijks met een spannend boek. Gelukkig worden haar boeken ook vertaald, zodat wij er ook van kunnen genieten. Je kunt haar kennen van Sterf voor mij, De mond gesnoerd, Niemand zeggen of Nergens veilig. Ze staat bekend om de ijzingwekkende spanning in haar verhalen en ook een flinke portie romantiek. Onlangs bracht ze haar nieuwste boek Tel tot tien uit.
Voordat Karen Rose fulltime schrijver werd, reisde ze de wereld over als chemicus. Ze kon helaas geen koffers vol boeken meenemen en de boeken die ze meenam waren binnen no-time uit. Om zichzelf bezig te houden begon ze zelf verhalen te schrijven. Dit groeide uit tot een fulltime baan. Haar eerste boek werd uitgebracht in 2003 en inmiddels zijn haar boeken te lezen in twaalf landen. Ook in Nederland mogen we genieten van haar misdaadverhalen. Waar haalt ze al die inspiratie vandaan en hoe ontstaan de personages uit haar boeken?
Na jouw studie chemie werd je chemicus en nu ben je schrijver. Hoe heeft deze carrièreswitch plaatsgevonden?
“Het schrijven van verhalen begon als hobby. Voor mijn werk als chemicus reisde ik de hele wereld rond. Ik kon altijd maar een beperkt aantal boeken meenemen in mijn koffer, want ik reisde in een tijd dat er nog geen ebooks waren. De boeken die ik mee had las ik razendsnel uit, waardoor ik op een gegeven moment niets meer te doen had in de avond. Vaak sprak ik de taal niet, dus televisie kijken was geen optie. Toen besloot ik mijn eigen verhalen te schrijven. Schrijven werd mijn verslaving en ook mijn manier van ontspanning. Na vijf jaar te hebben geschreven, spoorde mijn man mij aan om iets met mijn verhalen te gaan doen. In 2000 tekende ik bij een agent en een jaar later verkocht ik mijn eerste boek Don’t tell (Niemand zeggen). Mijn hobby werd mijn carrière.”
Hoe ontstond het idee om misdaadthrillers te schrijven?
“In eerste instantie schreef ik geen misdaadverhalen, want ik schreef fictieverhalen voor vrouwen. Mijn eerste agent zei dat ik een mysterieuze en spannende stem had en vroeg of ik weleens had overwogen misdaadverhalen te schrijven. Ik had er nog niet eerder aan gedacht, maar wilde het wel graag proberen. Sindsdien schrijf ik misdaadverhalen.”
“In het echte leven komen slechte mensen vaak weg met hun misdaden. Goede mensen kunnen vaak weinig doen tegen dit soort mensen. Wanneer ik een boek schrijf, wordt de schurk altijd neergehaald. Ik vind het fijn om te zien dat criminelen terecht staan voor hun daden en dat maakt het schrijven van mijn boeken onder andere erg leuk.”
Waar haal je alle inspiratie vandaan voor jouw verhalen?
“Mijn inspiratie haal ik uit verschillende plekken, het hangt ook af van het boek dat ik schrijf. Soms staat er een nieuwsbericht in de krant die ik gebruik voor de rode draad van een verhaal. Maar ik begin ook weleens vanuit een personage en probeer dan te bedenken wat het ergste is dat die persoon kan overkomen. Dan maak ik het tien keer erger, haha. Een verhaal kan ook beginnen met een persoonlijke fascinatie. Ik schreef Tel tot tien, omdat ik gefascineerd was door de wetenschap van het opsporen van brand en brandstichters.”
Tel tot tien is onlangs uitgebracht in Nederland. Kun je mij meer vertellen over het verhaal uit dit boek?
“Tel tot tien is het verhaal van Mia Mitchell, rechercheur van moordzaken, en Reed Solliday die brandstichting onderzoekt. Ze zijn aan elkaar gekoppeld na een reeks moorden gerelateerd aan brandstichting. De slechterik in dit verhaal houdt van vuur en gebruikt het als een wapen om wraak te nemen op degenen waarvan hij denkt dat ze hem onrecht hebben aangedaan. Hij was als kind vreselijk behandeld. Ondanks hij niet altijd nauwkeurig is in de beschuldigingen, is hij vastbesloten ervoor te zorgen dat iedereen die betrokken was bij zijn mishandeling, ervoor boet door te betalen met hun leven. Hierbij houdt hij geen rekening met het feit dat er ook onschuldige slachtoffers sterven.”
Hoe creëer je een verhaal als Tel tot tien?
“Het begon met een interesse in de wetenschap van brand en brandstichting. Ik deed onderzoek door plaatselijke brandweerkazernes te bezoeken, handleidingen van de brandweer te bestuderen en memoires van brandstichtingsonderzoekers te lezen. Dit was het eerste verhaal dat ik schreef zonder een gedetailleerd stramien. Toen ik aan het boek begon, wist ik niet zeker waarom de slechterik wraak wilde. Ik wist ook niet waarom hij ‘tel tot tien’ zei. Ook wist ik niet wie de vrouw was die verscheen op de begrafenis van Mia haar vader. Dat bezorgde mij veel kopzorgen, want ik wist niet of de vrouw goed of slecht was. Ik bleef schrijven en verraste mezelf met het resultaat!”
Hoe komt een personage als Reed Solliday tot stand?
“Ik wist dat hij brandstichtingsonderzoeker zou worden en dat hij een sterke persoonlijkheid moest hebben om met Mia Mitchell te kunnen werken. Ze is onbezonnen en brutaal en hij is sterk en stil. Ik dacht dat zij samen goed zouden werken. Van tevoren had ik ook bepaald dat Reed een weduwnaar was en een alleenstaande vader van een tiener. Ik wist niet zeker hoe Mia in hun huishouden zou passen, maar het lukte en ik was zo blij!”
“Ik herinner me dat ik ontzet was dat Reed een poëzieliefhebber was. Mijn man zei: ‘Maak hem niet van poëzie.’ Maar Reed was het al en zijn karakter was allang in mijn gedachten, dus besloot ik het zo te laten. Omdat ik niets afwist van poëzie zocht ik advies bij een vriendin die van poëzie houdt. Ze stelde me voor aan een paar dichters die ik leuk zou vinden, maar de meeste waren voor mij een beetje onbegrijpelijk. Uiteindelijk heeft ze twee gedichten geschreven en aan mij geschonken. Mijn favoriet is 'Casper', het gedicht dat Reeds dochter heeft geschreven en voorlas in de poëziewedstrijd. Ik had mijn vriendin alleen verteld dat Reed nog steeds rouwde om zijn overleden vrouw en dat zijn dochter zich buitengesloten voelde. Mijn vriendin schreef het perfecte gedicht dat precies weergeeft wat de dochter van Reed voelde. Ik was er zo blij mee!”
Hoe creëerde je andere personages uit Tel tot tien?
“Mia Mitchell staat het dichtst bij mijn eigen persoonlijkheid in tegenstelling tot al mijn andere personages. Ik heb het niet over haar achtergrondverhaal, want dat is allemaal fictie en totaal niet zoals ik ben opgevoed. Maar haar afkeer en ook voorkeuren – inclusief haar liefde voor Pop-tarts, de ingevroren maaltijden in haar vriezer, haar onvermogen om te koken en haar liefde voor ondeugende limericks – zijn allemaal van mij.”
“Wat betreft de slechterik: zijn liefde voor dieren was niet gepland, maar werd wel belangrijk. Ik schreef de proloog en realiseerde me toen dat de jonge vrouw, die was vermoord vanwege de fout van de schurk, er was om voor een kat te zorgen. Ik kon die kat niet in huis laten, want ik zou boze e-mails krijgen. Daarnaast kon ik hem ook niet laten sterven. De slechterik zette de kat het huis uit voordat hij het vuur aanstak. Ik wist in het begin niet waarom, maar het ontvouwde zich toen ik het schreef.”
Zijn er bepaalde delen uit jouw boeken ook gebaseerd op de werkelijkheid? Of is alles verzonnen?
“Beiden. Sommige gebeurtenissen in de boeken zijn gebaseerd op voorbeelden uit het echte leven. Wat betreft de forensische onderzoeken uit Tel tot tien, die heb ik verzonnen op basis van de handleidingen die ik had gelezen. Ik kon geen brandstichtingsonderzoeker vinden om mijn vragen te beantwoorden terwijl ik aan het schrijven was, dus creëerde ik logische scenario's. Ik was bang dat een echte brandstichtingsonderzoeker me zou vertellen dat ik het had verpest, maar op een dag kreeg ik een e-mail van een echte brandstichtingsonderzoeker die Tel tot tien had gelezen en zei dat ik het goed had gedaan. Dat was een mooie dag!”
“Het ‘recept’ dat de slechterik gebruikt in Tel tot tien is nep. Ik wilde geen beginnende brandstichters ideeën geven, dus heb ik met opzet een nepformule gemaakt. Maar het curare-gif dat werd gebruikt om een paar van de slachtoffers te doden, is wel echt.”
Wat vind je ervan dat jouw boeken wereldwijd worden verkocht?
“Dat maakt mij zo blij. Toen ik een chemicus was en de wereld rondreisde, bezocht ik af en toe de plaatselijke boekhandels en zag ik de Engelse auteurs van wie ik hield, vertaald in de lokale taal. Ik droomde dat ik dat ooit zo zou zijn. Nu is het zover en ik zou niet dankbaarder kunnen zijn voor elke lezer die van mijn boeken heeft genoten.”
Werk je momenteel aan een nieuw boek?
“Ja! Ik ben aan een nieuwe serie begonnen, maar die houd ik een tijdje voor mezelf totdat ik de personages en plots in mijn hoofd heb gesorteerd. Wat ik wel kan vertellen is dat er eind februari een nieuw boek in Nederland uit komt. Het zevende boek van de Baltimore-serie genaamd In alle onschuld.”
© Deborah Finegold