Isa Hoes Portret
Video Interview

Isa Hoes: 'Wie wil nou niet wensen kunnen laten uitkomen?'

Isa Hoes is niet alleen bekend als actrice, maar heeft ook al een paar boeken op haar naam staan. In het kader van de Kinderboekenweek wordt ze geïnterviewd door Janneke Siebelink, redacteur Boeken van bol.com, en vertelt ze over haar nieuwste kinderboek “Engel”, dat ze samen met haar dochter Vlinder heeft geschreven.

Engel

2016 is het jaar van het boek en de verkiezing van het belangrijkste boek. Wat is tot op heden het belangrijkste boek in jouw leven?
Je overvalt me. Hotel New Hampshire. Dat vond ik zo’n filmisch boek, dat zag ik helemaal voor me. Het is ook verfilmd en dat vond ik fantastisch. Maar dat is maar een van de boeken, er zijn natuurlijk heel veel boeken, maar dat boek las ik vrij jong en daar was ik erg van onder de indruk.

Het boek Engel, wat je samen met je dochter hebt geschreven, zou je dat vroeger als kind willen hebben lezen?
Ik pretendeer niet dat ik een literaire schrijfster ben, maar we hebben dit boek niet voor niks geschreven. Ik vind het een leuk onderwerp, een leuk thema. Het gaat over een meisje dat eigenlijk heel lief is en een beetje verlegen en onzeker, en dat altijd goed wil doen voor een ander. Dat vind ik mooi aan een meisje. Ik vind het ook een beetje bij mijn dochter Vlinder passen. Dat vindt ze zelf niet, maar ik stiekem wel. En dat ze wensen kan laten uitkomen, dat is natuurlijk superleuk. Want wie wil dat nou niet?

Samen geschreven

Wat kun je nog meer vertellen over het boek?
Engel en Keesje, haar beste vriendinnetje, wonen bij het Vondelpark in Amsterdam. Haar ouders gaan weg voor een congres ­­­en ze laten Engel los, want ze vinden haar heel zelfstandig. En er is een huisvriend, Tobias, hij woont ook bij het park. Engel mag heel veel van haar ouders. Ze wil met Tobias afspreken in het park, maar dan gebeurt er iets. Ze valt en als ze bijkomt, is er iets veranderd. Ze wil niet naar school, want ze is te laat en dat vindt ze vervelend, dus ze gaat naar Tobias en dan gaan ze leuke dingen doen. En elke keer als ze iets bedenkt wat ze heel graag wil, gebeurt dat ineens. Uiteindelijk vertelt ze dat aan Tobias, want er komen steeds grotere dingen uit. En dan gaan ze kijken: wat kun je allemaal doen, wat zou je graag willen? Uiteindelijk vindt ze het heel lastig, want er gaan ook mensen misbruik van maken, en zodanig dat ze zelfs wordt ontvoerd.

Hoe gaat zo’n samenwerking met je dochter?
We hebben het samen bedacht. Ik heb het geschreven, maar elke keer als ik vastzat, vroeg ik haar om hulp. Dan zei ze: “jij schrijft toch dat boek?”, en dan zei ik: “nee, het is van ons samen, je moet me helpen.” Ik zag haar soms denken: ik ga nu gewoon weg, naar een vriendin. En dan hield ik haar tegen om wat te vragen en zei ik: “anders is het alleen mijn boek.” “Prima, dan haal je mijn naam toch weg,” zei ze dan. Ik zag aan haar dat ze ineens zag wat een boek schrijven inhoudt. Dat is wel wat meer dan alleen een leuk verhaal verzinnen. Het kost tijd. Redigeren, herlezen… Ik mocht het elke keer wel voorlezen aan het vriendinnetje van Vlinder, die hing echt aan mijn lippen.

Waren ze niet bang dat je hun geheimen zou gebruiken?
Nee, want ik vroeg dat elke keer. Zij hadden bijvoorbeeld een wensenlijstje met dingen die ze ooit nog een keer wilden doen. Ik vroeg of ik dat mocht gebruiken voor Engel en dat vonden ze superleuk.

Engel is twaalf jaar. Lijkt ze op jou toen jij twaalf was?
Nee. Nou, misschien een deel. Ik was een rustig, verlegen meisje, maar ik had niet zo’n leefomgeving. Ik woonde met mijn ouders in Den Bosch. Wel een stad, maar niet zo’n leuk leven met een oom en ouders die wat meer de deur uit zijn, waardoor Engel zo zelfstandig is.

Paul Ridderhof 28Sept16 1772

Ik ben ook kind geweest

Was verhalen vertellen vroeger in jullie gezin belangrijk?
Nee, niet zodanig. Mijn ouders zaten wel allebei in de politiek en mijn broer schreef veel stukken in de krant. Dus er was wel veel met taal. Maar het was niet zo dat we heel erg bezig waren om elkaar verhalen te vertellen. Ik ben een nakomertje. Mijn ouders waren best druk met hun eigen leven. Er werd wel voorgelezen toen ik klein was, maar ik ging al heel snel zelf lezen, dat vond ik het allerfijnste. In het weekend lag ik op bed te lezen. Mijn vader kwam dan de kamer in en zei: “lig je nou te lezen? Liggen doen we ’s avonds als we naar bed gaan. Lezen doen we gewoon zittend op een stoel.” Maar ik vond het heerlijk om liggend op bed te lezen. En lezen werd wel gestimuleerd. Het moest niet, maar ik vond het als kind heerlijk, en nu nog steeds. Ik ben vaak heel druk en dan lukt het me niet meer om ’s avonds in bed te lezen. Dus als ik vakantie heb of een dagje vrij ben, dan doe ik dat. We hebben de kinderen ook veel voorgelezen. Antonie en ik moesten daar echt om vechten: “maar ik mag toch vanavond?” We vonden het allebei heel erg leuk. Mijn dochter is elf, dus ik weet niet of ze het nog zou willen. Maar ze verdwijnt zelf net zo in boeken als ik.

Dolf Verroen schreef dit jaar het Kinderboekenweekgeschenk. Hij zei: een kinderboekenschrijver moet altijd de kant van het kind kiezen, en altijd een uitweg voor ze zoeken in boeken.
Ja, dat denk ik ook. Daarom vond ik het zo ontzettend leuk om te doen, omdat je stiekem wat speldenprikjes kunt uitdelen aan volwassenen.

Kun je een voorbeeld geven?
Wat ik bijvoorbeeld heel leuk vond om te schrijven is één zin. Engel zegt dan: “dat is altijd zo irritant aan mijn moeder.” Want dat is volgens mij hoe kinderen denken. Daar ben ik me best bewust van. Want ik ben kind geweest, maar ook moeder. Of het voorbeeld van een leraar die zijn werk niet meer leuk vindt. Het maakt me niet uit wat je doet, maar je moet het met passie doen. Ik denk dat de wereld dan een stuk leuker zou zijn en kinderen begrijpen dat. Kinderen zijn veel naïever zeggen wij altijd, maar misschien zijn ze wel heel eerlijk en begrijpen ze het beter en zijn wij door alles wat we hebben meegemaakt cynischer en angstiger geworden. De openheid van kinderen vind ik fantastisch. De simpelheid ervan, want het leven is best ingewikkeld. Ik denk dat ik sowieso wel aan de kant van het kind sta. En het kinderlijke in volwassenen heb ik er ook wel ingezet.

Paul Ridderhof 28Sept16 1786

Voor altijd jong

Het thema van de Kinderboekenweek is ‘Voor altijd jong’
Voor altijd jong kan niet. We worden steeds ouder. Ik word vijftig volgend jaar en ik bedacht met mijn vriendin Medina Schuurman: er komt nog een lange tweede helft. Want ik weet gewoon dat ik negentig plus word. Mijn lichaam wordt ouder, maar in mijn hoofd word ik niet ouder. Dat kan voor gênante situaties zorgen. Als ik nu in de kamer sta te dansen, zie ik mijn kinderen denken: doe normaal. Maar dan zeg ik: over dertig jaar doe je hetpzelfde, en dan denk je aan mij. Dus in die zin was het een interessante zoektocht naar de kunst van het mooi ouder worden. Wil je altijd jong blijven, nee, dat kan niet, maar we willen wel knetterknap oud worden. Je herkent vrouwen van veertig of vijftig ook niet meer als oud. Maar in mijn moeders tijd waren vrouwen van vijftig, zestig echt wel oud, uitgezakt met een bloemetjesjurk. Die waren niet mee bezig om er een beetje leuk bij te lopen. Maar nu denken vrouwen: ik mag er nog best zijn. Dat vind ik ook en dat moeten we ook doen.

Er is ook net een boek van je uit voor volwassenen. Wat vind je leuker, voor kinderen of voor volwassenen schrijven?
Ik vind alles leuk. Dat weet ik niet zo goed. Ik vond dit heel leuk om te doen. Maar als je het schrijft, denk je: vinden de mensen dit leuk? Dus ik ben wel blij dat het ook verkoopt. Dat kinderen het ook leuk vinden om te lezen. Want ik ben geen kind meer. Dus vinden kinderen het kinderachtig of juist niet?

Waar heb je het schrijven geleerd?
Weet ik niet, gewoon doen. Ik vond het vroeger al heel leuk en ik schreef heel veel dagboeken. Dus misschien maak je daar je vlieguren wel mee. En ik heb een fantasie die ik goed in woorden kan omzetten. Ik denk dat het daarmee te maken heeft. Ik dacht eigenlijk dat iedereen dat kon. Op een gegeven moment kom je erachter dat dat niet zo is, maar ik dacht dat iedereen hetzelfde kon als ik. Dat iedereen die woordenschat had en de manier waarop je iets in je hoofd hebt, gewoon kan vertalen naar mooie zinnen. En ik houd van mooie zinnen. Lezen en maken.

Het boek gaat over wensen. Als jij, net zoals Engel, iets zou mogen wensen, wat zou je dan wensen?
Poeh. Ik ben geen kind meer, dat maakt het soms ingewikkeld om als een kind te denken. Dat is jammer. Ergens zou ik natuurlijk de tijd willen terugdraaien en dat er niet gebeurd is wat ons gebeurd is. En dat we er gewoon nog met z’n vieren zouden zijn. Dat zou mijn grootste wens zijn.