Taboesfeer
Waar begon het mee bij jou?
I: Ik was heel erg aan het zweten ’s nachts. Dan denk je: misschien is dat logisch als je weet dat het opvliegers zijn. Maar ik dacht de hele tijd: ik heb griep en ik ben best een opgewonden standje, dus ik dacht: dat is goed, dat zweet ik er ’s nachts uit. Dus ik maakte me er niet zo druk over. Er ligt toch niemand naast me in bed, dat scheelt. Maar dit is maar één verhaaltje, en iedere vrouw heeft een verhaal waarom ze denkt dat ze in de overgang is. Een huisarts moet gewoon zeggen: dat gaan we uitzoeken, en niet: “hoe oud ben je? 47? Dan ben je nog veel te jong.”
M: Dat is onzin. We raken ook allemaal wat eerder in de overgang.
Waarom hangt er zo’n taboesfeer omheen?
M: We zijn helemaal naar het feminisme gegaan. In de periode dat er heel veel bevrijding is geweest voor ons vrouwen, zijn er twee hele grote, levensbepalende dingen, moeder worden, zijn en blijven en de overgang, onder het tapijt gemoffeld. Het is nu aan ons om dat meer onder de aandacht te brengen en we moeten voor onszelf opkomen daarin.
Wat weten jullie eigenlijk over jullie eigen moeders?
I: Ik niets, mijn moeder is overleden. Ik heb natuurlijk mijn zusje gebeld en ze zei: volgens mij waren ze beiden hetzelfde, dat ze er niet zoveel last van hadden, maar ik heb dat anders ervaren. Dus het kan zijn dat je hetzelfde traject als je moeder bewandelt, maar dat hoeft niet. En we hebben veel vrouwen gesproken die daar in die tijd niet over spraken.
Maar kun je er als kind iets van herinneren?
I: Ik heb mijn moeder vroeger vaak heel kattig gevonden. Mijn moeder was veertig toen ik werd geboren, dus toen ik tien, elf was, zat ze misschien al zwaar in de overgang. Dat heb ik me nooit gerealiseerd. Pas toen het boek af was, dacht ik: ooh, misschien was dat het wel.
M: Wat Jos Teunis ook zei over de Valeriuskliniek in Amsterdam. Dat is een kliniek waar mannen en vrouwen naartoe gaan als ze overspannen of verslaafd zijn. Ze was daar helemaal vol van, ze zei: “weet je waarom die vrouwen daar zaten? Omdat ze in de overgang zaten, en dat werd niet gediagnosticeerd.”
I: Dat is toch een verhaal? Die werden gediagnosticeerd als hysterisch.
M: En we kwamen er ook achter dat het voor een aantal vrouwen een makkelijk proces is, maar voor een groot deel van de vrouwen is het echt een heel zware periode die tien jaar kan duren. Ik vind dat er daar meer openheid over moet zijn en dat je daardoor meer respect hebt voor iemand. Tegen je man kun je zeggen: ik word ongesteld, neem jij de kinderen? Of: laat me maar even. Dat mag je ook doen als je in de overgang zit. Of zeg het tegen een vriendin, zoals wij. We hebben allebei geen man nu. Dus dan doen wij het.