Nooit verlaat ik het huis zonder een boek in mijn tas, tenzij ik op weg ben naar een sportwedstrijd. De kans is levensgroot dat er een bewegende bal op de televisie te zien is. En als dat niet het geval is, dan heb ik waarschijnlijk een boek in mijn handen. Deze keer is dat De vrije man van Nico Dijkshoorn.
Zomervakantie
In de zomervakantie van 2014 las ik Met de punt naar voren van Nico Dijkshoorn. De bundeling van zijn columns over het seizoen 2013-2014 bezorgde mij toen regelmatig een dusdanige lach, dat omstanders vreemd opkeken. Reikhalzend keek ik uit naar De vrije man, over het afgelopen seizoen. Ook in deze editie zorgde Dijkshoorn met zijn absurdistische humor af en toe een glimlach, maar de cynische blik op de voetbalwereld was mij iets te zwartgallig.
Een columnist moet niet bang zijn om iemand tegen zich in het harnas te jagen. Veel kan over Nico Dijkshoorn gezegd worden, maar niet dat hij schuchter is tegenover mensen die wat betekend hebben in de voetbalwereld. Cristiano Ronaldo, Bert van Marwijk en Ruud Gullit zijn slechts enkele van de hoofdpersonen die hij door de mangel haalt. De columns beslaan ook de periode van het wereldkampioenschap 2014 in Brazilië, dus ook Louis van Gaal ontbreekt niet. Verreweg het favoriete slachtoffer is Hans Kraay jr., en ook de KNVB wordt op hun nummer gezet.