Vogelkinderen zeggen dat mensen nooit genoeg hebben, dat ze altijd meer willen. Daarom kan een mens geen bestuurder worden. Want wat wil je anders, weer een mensenoorlog beginnen? Vogelkinderen vinden dat alle wezens gelijk zijn, dan hoef je ook geen oorlog te voeren.
Ongelijkheid
Wat een fantastische manier om de thematiek van ongelijkheid – in welke vorm dan ook – te benaderen. Mark Boode doet dat in zijn boek Vogelkinderen, waarin hij het landsbestuur van Amalur ‘geen mening’ over een ander laat hebben. Want iets van een ander vinden betekent dat je nog niet genoeg van diegene weet.
Systeem van gelijkheid
Tijdens het lezen van Vogelkinderen moest ik steeds denken aan het communisme. Als je dat systeem van gelijkheid beoordeelt zonder dat je weet hebt van de probeersels in de praktijk, zou je het idee van ‘iedereen gelijk’ toch eigenlijk moeten omarmen. Maar praktisch gezien is dat niet mogelijk: steeds weer blijkt dat anderen ietsje meer gelijk willen zijn dan anderen.
Vogelkind
Precies op dat snijvlak begeven de kinderen Aqila en Dayo zich in Vogelkinderen. Aqila is een vogelkind. Ze kan vliegen, tot grote hoogtes met een helikopterview op de samenleving neerkijken. Ze is verliefd op Dayo, een gewoon mens, zonder vleugels. Eentje die steeds overal iets van vindt. In de wereld van de vogelmensen proberen ze dat te voorkomen, maar houden van een niet-vogelkind, dat is dan toch wel ingewikkeld…
Fantasierijk
Dat het een boek vol fantasie is, blijkt niet alleen uit het verhaal. Ook de typografie is fantasierijk. Geen streepjes op de klinkers als een woord een accent moet hebben, maar gewoon groter geschreven, iedere letter weer iets groter, en daarna langzaam kleiner. Vogelkinderen is een jeugdboek, maar ik kan me zo maar voorstellen dat volwassenen er ook heerlijke avonden mee door kunnen maken.