Kindsoldaat Header
Recensie

Kindsoldaat: "we mogen kijken zoveel we willen."

Oscar van den Boogaard en zijn nieuwste boek Kindsoldaat haalden de kranten en Jinek vooral omdat hij erin onthulde dat hij een buitenechtelijke zoon van prins Bernhard zou zijn. Maar PB duikt pas in de laatste tweehonderd bladzijden van het bijna zeshonderd bladzijden-tellende boek op. Liever heb ik het over wat het boek Kindsoldaat wel is: een familiegeschiedenis, een levensgeschiedenis en een liefdesgeschiedenis –en dat dan allemaal door elkaar heen.

Het begint bij de bron, ergens in het noorden van Nederlands Limburg, bijna in Duitsland, op landgoed Metternich waar Hermine en Edmond aan elkaar worden voorgesteld. Het zaadje van de familiegeschiedenis in Kindsoldaat is geplant. Alhoewel, de geboorte en de dood van hun twee dochters wordt haastig in staccato opgemerkt:

Terwijl Edmond op zoek was naar een naam voor het bronwater gaf Hermine geboorte aan een tweeling. De twee meisjes die een maand te vroeg waren geboren, werden naar de overleden moeders van Hermine en Edmond Sophie en Stella genoemd.
’S en S,’ fluisterde Hermine.
‘Onze slingeraapjes.’
De twee slingeraapjes waren niet krachtig genoeg. Een paar dagen na hun geboorte stierven ze. Eerst Stella, een paar uur later Sophie.

De twee meisjes leven voort in de naam van het bronwater van landgoed Metternich (dat –merkt de schrijver op– zelfs de koninklijke familie en de jonge Wilhelmina bereikt), maar het leven keert pas echt terug na de geboorte van de tweeling Max en Arnold, vernoemd naar hun grootvaders. Hun kinderjaren gaan snel, Van den Boogaard wil naar de jongeren die het leven grijpen: de pubers Max en Nol en hun buurmeisje en vriendin Nora. Zoals wanneer ze naar Parijs treinen en afscheid nemen van de ouders:

Nadat Nora haar hoofd uit het raampje had teruggetrokken en zich omdraaide, zag ze een opgewonden glans in hun ogen.
Wat hadden ze kunnen zien, haar heupen, haar kont, haar kuiten.
Ze ging tegenover hen zitten en sloot haar ogen. Het schoolkorset had ze thuisgelaten. Ze mochten kijken zoveel ze wilden.

En dat laat Oscar van den Boogaard de lezer doen: kijken, kijken en genieten van een paar pubers in het Parijs van begin twintigste eeuw. Maar zo voyeuristisch behandelt hij de gehele familiegeschiedenis met de losse moraal van de Metternichs.

Algauw breekt de Grote Oorlog uit en Max verdwijnt door de Pruisische poort naar Duitsland en Nora trouwt met zijn tweelingbroer Nol, en zij vertrekken door de Limburgse poort naar Utrecht. Max duikt soms weer op en er komen kinderen: Elsie en Maxim, zij vormen de belangrijkste bij-en later hoofdpersonagesvan deze roman, met Max –vermoedelijk de kindsoldaat uit de titel– als draad, die ook in de Tweede Wereldoorlog als nazi blijft opduiken in hun levens. Tot de laatste Metternich-telg geboren wordt: Fransje, de oom Frans uit de brief in het voorwoord, en de oorlog eindigt. Maar het zijn de vrouwen, Nora en Elsie, die als eeuwige pubers de actie in deze familiegeschiedenis zijn.

Kindsoldaat is in zijn grootte een familieroman, een roman over tweelingbroers die elk een eigen weg moeten gaan, maar onherroepelijk bij elkaar horen. Een roman ook over keuzes. En –hoe ironisch– Pruisen steeds weer opduikt: tot aan Pruisisch Blauw a.k.a. PB a.k.a. prins Bernhard. En weer doet vaderschap er eigenlijk niet zo toe, net als dat het er niet toe deed bij Nora, en dat maakt de claim van Oscar van den Boogaard in de media misschien wel overbodig. Dit is een grote, lekker onconventionele familiegeschiedenis die niet onderdoet voor de klassieke Russische familiegeschiedenissen, waarnaar we mogen kijken zoveel we willen.

Wil je altijd op de hoogte zijn van de boeken binnen jouw favoriete genre? Stel je voorkeur in en ontvang updates.