Onlangs is er weer een nieuwe roman van de Zuid-Afrikaanse auteur J.M. Coetzee verschenen: De schooldagen van Jezus (Cossee, aug 2016). Elk boek van deze auteur komt automatisch op de stapel op mijn nachtkastje terecht, omdat ik hou van zijn kale schrijfstijl en de manier waarop hij filosofische ideeën in een interessant plot verwerkt. Het verhaal is een voortzetting van dat van Simón, David en Inés. We maakten met dit niet biologische gezin kennis in de drie jaar geleden verschenen roman De kinderjaren van Jezus, dat zich bij uitstek leent voor bespreking in een leesclub. Daarom vind je hieronder informatie over het verhaal en de auteur, discussievragen en enkele lees- en kijktips die aansluiten bij het boek, afkomstig uit de uitgebreidere analyse van Boekentaal Mondiaal, uitgegeven door BoekBeeldTekst. Als je De kinderjaren van Jezus nog niet met je leesclub besproken mocht hebben, is het verschijnen van de opvolger, De schooldagen van Jezus, een goed excuus om dat alsnog te doen. Het levert gegarandeerd een levendige leesclubdiscussie op!

Leesclubaanrader: De kinderjaren van Jezus van J.M. Coetzee
Het verhaal van De kinderjaren van Jezus
De oudere man Simón meldt zich met de vijfjarige David bij het Centro de Reubicación in de fictieve Spaanstalige stad Novilla. Ze komen uit een kamp dat Belstar heet en dat met het voorgeborchte vergeleken wordt. Simón heeft zich over David ontfermd tijdens de vlucht uit hun thuisland, omdat het kind zonder begeleiding reisde en een brief met belangrijke gegevens kwijt was. In Novilla wil Simón een moeder voor hem vinden. Zowel van Simón als David blijft de persoonlijke achtergrond onbekend. Ze beginnen een nieuw leven in een hun onbekende omgeving, in contact met vreemde mensen, met ander eten dan ze gewend zijn en een taal sprekend die zij maar half beheersen. Zelfs hun namen zijn nieuw. David is een kind dat in zijn eigen wereld lijkt te leven. Hij is eigenzinnig en ontpopt zich steeds meer als een buitenstaander die onbegrepen wordt. Simón blijft hem in alles trouw en doet zijn best om de jongen een goed leven te geven met een gedegen opleiding en een moeder die van hem houdt.
Over de auteur
John Maxwell Coetzee werd in 1940 geboren in Kaapstad. Zijn moeder was onderwijzeres, zijn vader advocaat. Hij studeerde Engels en wiskunde in Kaapstad en werkte vanaf 1962 enkele jaren als computerprogrammeur in Engeland. Hij vertrok naar de Verenigde Staten om zich verder te bekwamen in de Engelse- en Duitse taal en letterkunde en had een baan aan the State University of Buffalo. Zijn officiële emigratieverzoek werd hem geweigerd omdat hij had meegelopen in anti-Vietnamdemonstraties en om die reden in de gevangenis belandde. In 1971 keerde hij terug naar Zuid-Afrika, waar hij werkte als hoogleraar aan de University of Cape Town. Ook gaf hij gastcolleges in de Verenigde Staten. In 2002 vertrok hij naar Australië, waar hij nog steeds woont. Steeds bekleedde hij universitaire functies en hield hij zich naast het Engels ook bezig met de Nederlandse taal en met het Zuid-Afrikaans.
Debuutroman
Vanaf 1969 schreef hij fictie en in 1974 verscheen zijn debuutroman Dusklands. Daarna publiceerde hij nog meer dan twintig essaybundels en romans, waarvan In ongenade (1999) en Elizabeth Costello (2003) het meest bekend zijn. Scènes uit de provincie (2012) is een trilogie van de autobiografische romans Jongensjaren, Portret van een jongeman en Zomertijd.
Grote menselijke thema’s
De eenling die zich binnen een groep moet handhaven, is een terugkerend onderwerp in zijn werk. Door middel van het beschrijven van grote menselijke thema’s zoals geluk, liefde, wanhoop, angst en verdriet, wil hij doordringen in het diepste wezen van de mens. Daarvoor bezigt hij een compacte stijl en de verhalen lijken simpel, maar zijn zeer gelaagd. J.M. Coetzee is een geëngageerd schrijver. Hij maakt zich sterk voor dierenrechten, is vegetariër, en streed tegen de apartheid. Voor zijn literaire werk ontving hij in 1983 en in 1999 de Booker Prize en in 2003 de Nobelprijs. In 2010 werd hij Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. J.M. Coetzee leidt een teruggetrokken leven in Australië, is getrouwd en heeft twee kinderen, waarvan een in 1989 na een ongeval overleden is.
Discussievragen
- Het boek is geschreven in de tegenwoordige tijd en er staan veel dialogen in. Daardoor wordt de lezer vlot in het verhaal meegetrokken. Hoe is deze stijl je bevallen?
- Het verhaal van Don Quichot komt vaak voor in het boek. Waarom zal Coetzee dit zo’n prominente rol gegeven hebben? Welke raakvlakken tussen dit verhaal en De kinderjaren van Jezus zie je? Welke overeenkomsten zijn er bijvoorbeeld tussen Don Quichot en Simón?
- Simón en Elena discussiëren over de rol van het lot in het leven. Elena is de mening toegedaan dat je je daar als mens niet mee moet bemoeien, maar Simón vindt dat je namens het lot in actie moet komen. Wat is jouw mening daarover? En wat vind je van Simóns ingrijpen in het lot, door een moeder voor David aan te wijzen?
- Ana vertelt Simón dat hij zal moeten wennen aan honger, want er is weinig substantieel eten te krijgen en vlees wordt niet gegeten. Ook aan ontlasting wordt aandacht gegeven: dit wordt teruggegeven aan de aarde, terwijl van dode mensen de ideeën blijven voortleven. Hoe zie je de rol van voedsel in het boek?
- Centraal in de roman staat de migrant die zich moet aanpassen aan de nieuwe maatschappij. Hij is niet gewenst, maar wordt getolereerd zolang hij zich nuttig maakt. Welke link kun je leggen tussen het leven in Novilla en dat in onze bestaande maatschappij?
- Wat is jouw mening over de titel van het boek? Dekt De kinderjaren van Jezus de lading, of is het misleidend?
- In het leven in Novilla is alles van bovenaf geregeld en georganiseerd. Er zijn woonblokken, werkgelegenheid en studiemogelijkheden, en gezondheidszorg en openbaar vervoer zijn gratis. Dit doet denken aan het voormalig Oostblok. Wat vind je, is er iets te zeggen voor deze manier van leven? Wat zijn de voor- en nadelen?
- David wil mensenredder, goochelaar en ontsnappingskunstenaar worden? Zijn deze, wellicht wat profane, benamingen eigenlijk ook van toepassing op Jezus? Op welke manier?
- Simón is de hoofdpersoon van het boek. Op welke punten kon je je met hem identificeren? En op welke punten niet? Welke andere personages spraken je aan?
Lees- en kijktips
- In de klassieker Heerlijke nieuwe wereld (Maarten Muntinga, 2002, oorspronkelijke titel: Brave New World, 1932) van Aldous Huxley wordt beschreven hoe buitenstaander John in een gemechaniseerde, voor hem nieuwe, maatschappij terechtkomt, die gespeend is van emotionaliteit en individualiteit. De liefdesrelatie tussen John en Lenina laat zien dat een vermenging van beide werelden onmogelijk is.
- In Margaret Atwoods roman Het verhaal van de dienstmaagd (Prometheus, 2009) is de beschreven toekomstige maatschappij Gilead, gebaseerd op het boek Genesis uit het Oude Testament. De vrouw is volledig ondergeschikt aan de man en wordt alleen maar gebruikt om kinderen te baren. De samenleving is kil en star, en alles verloopt via strikte wetten. De naamloze vertelster probeert zich hieruit los te maken.
- De verfilming Nineteen Eighty-Four (Michael Radfort, 1984) naar het beroemde boek uit 1948 van George Orwell speelt in de toekomst en gaat over Winston Smith die in Londen woont, de hoofdstad van het continent Oceanië. De staat, Big Brother, hanteert een strak regime waarin niemand privacy kent. Overal zijn camera’s en spionnen. Ruimte voor individualiteit en gevoel is er niet. Winston Smith raakt in de problemen als hij verliefd wordt.
- Het stenen vlot (George Sluizer, 2002) is een boekverfilming van de gelijknamige roman van José Saramago uit 1986. Na een aardschok is er een enorme kloof ontstaan waardoor Spanje en Portugal van Europa wegdrijven. Vijf personen zijn op elkaar aangewezen in een surrealistisch drama en de manier waarop zij met elkaar omgaan, zegt veel over individualiteit en vervreemding in onze huidige tijd en over de menselijke natuur.
J.M. Coetzee | De kinderjaren van Jezus | Cossee, 2013 | Oorspronkelijke titel: The Childhood of Jesus | Vertaling: Peter Bergsma