Een auteur moet in ruime mate minstens over twee eigenschappen kunnen beschikken. Op de eerste plaats is er natuurlijk de kennis en kunde om gedachten om te zetten naar een goed leesbare en begrijpelijke tekst. Daarnaast dient hij of zij te kunnen beschikken over een rijke fantasie die in theorie alle kanten op kan schieten. Combineer dit met een flinke dosis historische kennis en al snel zal een bekend rijtje namen zich gaan vormen, waar Jacqueline Zirkzee er een van is. Na eerder al enkele romans over levens van diverse volkeren in verschillende tijdperioden gelanceerd te hebben, was onlangs het moment daar voor de lancering van haar meest recente historische roman, De eerste priesteres.
Een tweeling als onheilsteken
Zirkzee neemt haar lezers mee naar het Dorp van de Reiger, een leefgemeenschap van een volk dat zich in stand probeert te houden met alles wat de aarde hun destijds te bieden had. Eridu en Inanna zijn niet alleen broer en zus, maar ook een tweeling. Voor hun medebewoners geldt een tweeling doorgaans als onheilsteken dat je beter kunt negeren, maar Eridu bewijst al snel zijn bijzondere gaven als hij succesvol een overstroming voorspelt van de rivier die langs hun dorp stroomt. De gemeenschap moet noodgedwongen het woongebied verlaten. Eridu wordt door zijn dorpsgenoten, juist vanwege zijn voorspelde boodschap, medeschuldig bevonden aan dit debacle en noodgedwongen trekken hij en zijn zus met een groep rondtrekkende herders mee. Het overlijden van hun vader Anu, het dorpshoofd, is de start van een machtsstrijd over zijn opvolging.