Dat wat je niet kunt
U had als klein meisje polio en u begreep niet waarom u moeder niet bij u in de buurt mocht komen.
Jacqueline Bloem (J): Het was besmettelijk. Ik weet heel weinig van die periode, hoe ik echt geleefd heb. Ik weet wel dat ik veel alleen was, wat ik verschrikkelijk vond. Ik zat maar in dat bed, want ik mocht niet rondlopen. Een heleboel dingen die niet mochten, dat is me heel erg bijgebleven. Je kunt niet begrijpen waarom. Wat is dat, polio? Je bent ziek. Hoezo ziek? Je voelt je niet ziek. Je kunt bepaalde dingen niet, maar als je zo klein bent en je kunt nog niet op een stoel klimmen, dan begrijp je dat.
Al die verhalen heb je heel mooi opgeschreven in je nieuwe roman over je moeder. Waarom was het nu het moment om een boek over je moeder te schrijven?
Marion Bloem (M): Omdat ik niet de enige ben van de tweede generatie die te maken heeft gehad met ouders die hier moesten aarden, omdat zij migranten zijn. Ze hebben emotionele bagage meegenomen en ons daarmee opgevoed. Daarvan krijg je een heleboel regels mee, maar er is ook een heleboel waarvan je denkt: dat telt niet meer, dat hoorde bij die tijd, of bij de tropen. Als kind kijk je uit naar het moment dat je je eigen leven kan leiden en dat zelf gaat inrichten. Maar dan komt er een dag waarop de tweede generatie voor de eerste generatie moet gaan zorgen. Dat is wat nu gaande is en wat we de mantelzorg noemen. Dan heb je weer dezelfde dialoog waar je eigenlijk al afscheid van had genomen.