Na jarenlang journalist geweest te zijn, gooide Mark van der Werf het roer om en werd leerkracht. In gesprek met Janneke Siebelink vertelt hij over zijn ervaringen in de klas en de boeken die hij daarover heeft geschreven: Meester Mark draait door & Meester Mark vraagt door. Lees snel verder, want na de video volgen nog een aantal extra vragen!

Meester Mark & 150 leraren
150 Leraren
Voor je boek Meester Mark vraagt door heb je ruim 150 leerkrachten gesproken. Waarom?
Ik heb zelf anderhalf jaar voor de klas gestaan en had veel moeite met orde houden, maar ik werd vooral heel erg gek van alle verslagen die je van alle gesprekjes moet schrijven. Voor mijn nieuwe boek ben ik op zoek gegaan naar leraren die wel gewoon het hoofd boven water houden. Ik wilde vooral van hen weten: hoe zorgen jullie ervoor dat je wel plezier houdt in je werk?
We hebben net een paar kinderen tips horen geven voor leraren. Wat is jouw gouden tip?
Kom voor jezelf op. Dat klinkt als een open deur, maar leraren doen alles voor hun leerlingen en hebben de neiging zichzelf een beetje weg te cijferen.

‘Je mocht het geen knutselen noemen’
Maar het lesgeven begint eigenlijk al op de PABO. Is het onderwijs daar wel goed genoeg gericht op het lesgeven?
Het is een paar jaar geleden dat ik daar was en het schijnt dat dingen nu wel zijn verbeterd, maar in mijn tijd moesten we verdacht veel tijd steken in het kleien van een vis of het knutselen met ecoline. Dat mocht je geen knutselen noemen, want het heet beeldende vorming. Hoe nuttig het ook is, ik vond het wel veel ten opzichte van de tijd die werd besteed aan: hoe houd je eigenlijk orde? Toen we daarover begonnen, werd er gezegd: dat komt volgend jaar.
Worden leraren eigenlijk wel goed begeleid op school?
Op heel veel PABO’s en scholen zal dat heus wel een heel belangrijk punt zijn, maar bij mij was dat heel verschillend. In mijn eerste jaar kwam ik op een school terecht in groep 3. Juf Karin heeft me echt op sleeptouw genomen en daar had ik veel steun aan. In het tweede jaar had ik een wat meer afstandelijke coach. Van hem kreeg ik op woensdag een lijst met punten die ik niet goed deed en hij zei: “ga er maar mee aan de slag.” Dan kwam ik weleens thuis en dook ik in bed met de gedachte: morgen weer een dag.
Je bent nu weer journalist. Heb je spijt als je terugkijkt op je avontuur?
Nee, helemaal niet. Anders was het blijven knagen; had ik het maar geprobeerd. Dat heb ik nu gedaan. Dan kan het ook weleens mislukken. Dat is gebeurd en dat weet ik dan ook weer.