De titel van de roman Mijn allerliefste schat doet vermoeden dat Gabriel Tallent een romantisch feelgood verhaal schreef. Niets is minder waar. Er is niets melodramatisch aan dit boek. Integendeel, het is hard, confronterend en tragisch. Absoluut geen boek voor gevoelige lezers dus.
De 14-jarige Turtle groeit op in een bouwvallig huis vol geweren waar verbaal en fysiek geweld de norm zijn. Haar ochtenden verlopen volgens een vast stramien: ze gooit haar vader een flesje bier toe, eet een paar rauwe eieren en samen wandelen ze naar de schoolbus. Op school verstopt ze zich achter een façade van onverschilligheid. Anna, Turtles leerkracht, voelt dat er iets niet klopt en vermoedt dat het meisje verstandiger is dan ze zich voordoet. Turtle blokt de bemoeienis bot af; haar vader is haar idool, al haat ze hem even hartsgrondig als ze van hem houdt. Na elke vernedering en mishandeling snelt ze terug in zijn armen, om hem én zichzelf nadien nog meer te haten. Het is een vicieuze cirkel die alleen maar desastreus kan aflopen.
Krachtig hoofdpersonage
Turtle is een vrouwelijk hoofdpersonage zoals je er niet veel vindt. Hoewel ze overduidelijk een slachtoffer is van haar opvoeding, is ze niet machteloos. Ze kan als geen ander omgaan met wapens, weet zich alleen te redden in de bossen, kan pijn verbijten en haar grenzen verleggen. Het is dan ook geen wonder dat oudere jongens als Brett en Jacob onder de indruk zijn van haar kracht. Die aandacht verwart haar en verstoort haar toch al gammele evenwicht nog meer.
Hoewel de lezer het perspectief van Turtle volgt, krijg je nooit een volledig beeld van haar gevoelens en gedachten. Dit creëert een verontrustend, afstandelijk beeld van haar leven. Een voorbeeld hiervan zijn de sadistische passages die op een geromantiseerde manier beschreven worden.