Het leven, de dood en alles daartussenin
Het is nogal een uitgebreid gebied waarover James Worthy schrijft in Mottenballen voor de ziel, namelijk het leven, de dood en alles daartussenin. Daar komt mijn eerste twijfel: daartussenin, moet dat niet met een spatie, of snap ik niet direct de onderliggende bedoeling? Het kan natuurlijk ook gewoon goed gespeld zijn zodat ik al op een verkeerd been gezet ben alvorens een letter te hebben gelezen. Natuurlijk sla ik evengoed de bladzijde om, me nog maar even laten mijmeren over het belang van deze gedachte. Meer dan 150 columns liggen voor me, met titels als Eventjes voor altijd, Emogreren, Me scharrel en Boomerangst. Dus toch een taalvirtuoos, die Worthy? Gewoon maar beginnen bij column één en dat is direct de titelcolumn.
Zeilenverdriet
In anderhalve pagina krijg ik inzage in het zeilenverdriet van de man, zo verdwaald dat hij daarin enkel nog de bevestiging zoekt; de vlinder is tot mot geworden, de ziel aanvretend totdat hoop alleen nog als synoniem voor geloof kan worden gezien. Tenminste, dat is wat ik uit het verhaal destilleer. Geïntrigeerd lees ik verder.