Kristien Hemmerechts schreef Het verdriet van Vlaanderen, de geschiedenis van de tweelingbroers Toon en Hein die opgroeiden in een familie van collaborateurs tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hun vader en ooms waren SS'ers, hun moeder werkte als secretaresse voor het hoofd van de Belgische SS. De getuigenis van Toon en Hein vormde een indrukwekkende bijdrage aan de succesvolle tv-reeks Kinderen van de collaboratie op de Vlaamse zender Canvas. Ze wilden het zwijgen doorbreken en verder op onderzoek uitgaan. Samen met Kristien Hemmerechts volgen ze het spoor terug. Ze halen herinneringen op, lezen brieven die familieleden elkaar schreven en duiken de archieven in voor een heel precieze reconstructie van de gebeurtenissen. Ze gaan op zoek naar de waarheid achter de taboes, de leugens en de mythes. In het boek wordt gaandeweg pijnlijk duidelijk dat de broers hun positieve, warme beeld van hun familieleden moeten bijstellen.
Dit boek gaat over het grijze en gecompliceerde gebied tussen goed en kwaad. Waarom wilde u dat gebied onderzoeken?
“Het was in het begin niet de bedoeling om het verhaal van Toon en Hein over dat gebied tussen goed en kwaad te laten gaan. Als je eraan begint, weet je niet waar je zult uitkomen. Het boek is chronologisch opgezet, stap voor stap. Je begint aan een tocht, een ontdekkingsreis door de archieven. Gaandeweg vallen heel wonderlijk alle puzzelstukjes op hun plek, als in een detective. Mijn bedoeling was om de lezer op die manier mee te krijgen in het verhaal, zodat de lezer blijft lezen. Halverwege besefte ik dat mijn kennis over de Tweede Wereldoorlog en die collaboratie bijna impressionistisch was: je vangt er wat dingen over op. De SS stond voor mij gelijk aan het ultieme kwaad. Dat krijg je mee.”
Begon u eraan met dat vooroordeel?
“Niet alle collaborateurs waren even slecht, daar waren gradaties in. Maar over SS’ers krijg je toch altijd het beeld mee uit oorlogsfilms, dat die mensen slecht en sadistisch waren. Dat blijft ook wel een moeilijk punt. De tweeling Toon en Hein die ik volg in het boek hebben aan hun SS-familieleden erg positieve herinneringen.”
Uw weerstand tegen die positieve herinneringen sijpelt in het boek door. U voert ook een innerlijke strijd.
“Toon en Hein leveren die strijd ook. Zij moeten ook steeds hun positieve beelden bijstellen. Hun moeder, grootouders en een van hun ooms waren voor hen mensen die zij op een voetstuk plaatsten.”
Mensen zijn natuurlijk zelden 100% goed of slecht.
“Ik heb eerder een boek gemaakt over de vrouw van Marc Dutroux, Michelle Martin. Dat was ook een confrontatie. Mensen bij ons in Vlaanderen vinden die mensen monsters, maar als je dat gaat uitzoeken, kom je erachter hoe gewoon ze waren. Dat is misschien nog beangstigender, want het betekent dat heel gewone mensen in staat zijn tot verschrikkelijke dingen. Het zou handig zijn als we een thermometer zouden maken waarmee je kunt meten of iemand een monster is, want van buitenaf kun je het niet zien.”