Mireille Geus schrijft al haar hele leven. Ze debuteerde in 2016 met de roman Een makkelijk kind. Haar jeugdboeken verschenen in tien landen en werden bekroond met o.a. de Gouden Griffel.
Vandaag verschijnt haar tweede roman, Madame Jeanette, een indrukwekkende autobiografische roman. De hoofdpersoon, de half Surinaamse Leonora, wordt verlaten door haar vriend, die een ‘thuisgevoel’ bij haar mist. Om niet alleen de feestdagen rondom de millenniumwissel door te hoeven brengen, geeft ze zich op voor een Surinaamse kookcursus. Tijdens het koken van het soulfood komen weggedrukte jeugdherinneringen naar boven.
Je verhaal is autobiografisch. Hoe uit zich dat?
“De hoofdpersoon in het verhaal is bedacht, maar geïnspireerd op mijn eigen leven. Het is een fictieve roman met autobiografische delen. Ik heb ook mijn moeder verloren toen ik negen jaar oud was. Net als Leonora ben ik half Surinaamse, heb ik bij mijn opa gewoond en bij een tante. Ook ik ben jong uit huis gegaan. Zo zijn er veel overeenkomsten met mijn eigen leven. Al heb ik er natuurlijk een literaire vorm aan gegeven, fictie toegevoegd ten gunste van de verhaallijn.”
Waar trek je de grens als het gaat om het autobiografische aspect in het boek?
“Lastig. Tijdens het schrijven dacht ik: hoe ver wil ik gaan? Nadat ik alle namen had veranderd, vond ik dat ik de dingen die ik heb gevoeld en heb meegemaakt in mijn leven mocht ik noteren zoals ik wilde.”
Zijn er dan ook bepaalde thema’s die je juist in je romans wel vertelt die in je kinderboeken niet of minder aanbod kwamen?
“Je kan natuurlijk in romans voor volwassenen meerdere thema’s aansnijden en uitdiepen. Je hebt meer stalen van onderwerpen. Zo’n boek als dit, vind ik, is niet voor kinderen geschikt.”