Hoe we naar werk kijken, stamt het veelal nog uit een verleden waarin we op het land aan de slag gingen en ons in fabrieken in het zweet werkten. Kenniswerken is anders. Het heeft focus en creativiteit nodig. Het boek Focus aan/uit van Mark Tigchelaar legt haarfijn uit hoe we veel productiever kunnen worden als we onze werkdag en werkplek organiseren naar wat werken met je hoofd eigenlijk van je vraagt.
Kenniswerk
‘Gaat het goed met je?’ vroeg een collega bezorgd. Hij was de zesde in de vijf minuten die het vroeg, omdat ik in de gang uit het raam stond te staren. Niets doen is namelijk heel opmerkelijk, terwijl we het juist zouden moeten doen. Tenminste, als we productiever willen zijn. Maar onze arbeidsethos stamt nog uit de tijd dat arbeid voornamelijk fysiek was. Toen gold: hoe meer je werkt, hoe meer je presteert. Voor kenniswerkers is dat haast andersom. Ongelofelijk, misschien, maar inmiddels door keiharde wetenschap vele malen onomstotelijk vastgesteld. Lange dagen maken werkt contraproductief als je het een tijdje achtereen doet. Het onderzoek hiernaar en de daaruit voorgekomen conclusie is één van de voorbeelden die Mark Tigchelaar aanhaalt in Focus aan/uit.
Pauzeren
Wil je als kenniswerker presteren, dan moet je je kunnen focussen. Vermoeidheid is de ondergang van focus. Werk dus niet te lang door en neem tussendoor pauzes, zegt Tigchelaar. Dat is niet Facebook checken of Youtube filmpjes kijken, want dat vraagt ook focus. Je moet echt ‘uit’ gaan. Bijvoorbeeld door wat uit het raam te kijken met het verstand op nul. Wat ook helpt, is fysieke klusjes doen waar je niet bij na hoeft te denken. Even de pantry schoonmaken of een ommetje maken en de telefoon op je bureau laten liggen. Zelf heeft Tigchelaar een kleine trampoline naast z’n bureau staan waar hij af en toe een paar minuten op gaat springen.
Creatief
Uit focus gaan helpt overigens niet alleen om daarna beter te kunnen focussen. Je gedachten vrij de loop laten is ook nuttig voor ander type werk dan dat dat geconcentreerde aandacht nodig heeft: werk waarvoor je creatief moet denken. Iedereen weet dat je de beste ideeën onder de douche of op de fiets hebt. Wie keihard werkt om met nieuwe dingen te komen, zal niet snel succesvol zijn. Pingpongen moet je, gaan wandelen of andere vormen van afleiding doen in werktijd.
Schakelen van focus is funest
Het grote obstakel dat mensen moeten veranderen, is dat het schakelen van je focus tussen honderdduizend dingen op een dag zo goed voelt. ‘Lekker druk’, maar wat heb je nou eigenlijk gedaan aan het einde van de dag? Een onbevredigend gevoel dat veel mensen kennen en waar ze maar moeilijk uit kunnen breken. In Focus aan/uit staan heel veel tips en adviezen om meer uit je dag te halen. Het helpt weerstand te bieden tegen de verslaving van het lekker druk te hebben.
Verplichte kost
Focus aan/uit is zo overtuigend dat het eigenlijk verplichte kost zou moeten zijn voor iedereen die met zijn hoofd werkt. Lees als team dit boek en bespreek het samen. Want vooral als collega’s samen overtuigd zijn dat ze anders moeten gaan werken, zal de productiviteit een sprong maken. Veel van de in het boek aangereikte aanpassingen kun je zelf doen, maar zullen makkelijker werken en beter vol te houden zijn als ze onderling worden afgesproken.