We leven in een prachtig land. Veel zaken hebben we bijzonder goed voor elkaar. Laten we eerlijk zijn, als vluchtelingen naar Nederland komen, dan kijken ze waarschijnlijk hun ogen uit. De welvaart waarin wij leven, de gezondheidszorg, het onderwijs, de vrijheid, de rust, het aanbod in lekkere en gezonde voeding, de prachtige gebouwen, goedverzorgde straten, de mooie natuur, het schone drinkwater. Noem maar op.
De kansen en mogelijkheden om in zo’n land een gelukkig leven te leiden zijn overvloedig. Dat zou je in ieder geval denken, maar toch ervaren vele mensen dat niet zo.
In Nederland hebben ruim 1 miljoen mensen depressieve klachten. Meer dan 1 op de 17 werkende mensen heeft last van een burn-out. We leven in een prestatiemaatschappij waarin veel mensen het vaak ongelofelijk druk hebben. Hoe kan dat nou? Zijn we nou werkelijk zo dom bezig? Of is het een kwestie van andere, betere keuzes maken?
Wat maakt dat sommige mensen gelukkig zijn en andere niet?
Laten we eens een onderzoek erbij gaan pakken dat ;antwoord geeft op deze vraag. Het onderzoek is bijzonder omdat er mensen in worden bestudeerd die op dezelfde wijze leven.
Hierdoor spelen er minder andere factoren een rol. Een onderzoek waarin de levensomstandigheden niet bepalend zijn.
Bij nonnen is dit het geval. Nonnen leiden een beschermd leven volgens vaste patronen. Ze eten allemaal min of meer dezelfde eenvoudige voeding. Ze roken niet en drinken geen alcohol. Ze leven allemaal in dezelfde gezinssituatie, ongetrouwd, geen geslachtsgemeenschap. Ze zitten in dezelfde economische en sociale klasse. En ze hebben toegang tot dezelfde medische verzorging. En toch, toch is er tussen nonnen onderling een enorm verschil in hoe lang ze leven, hoe gelukkig ze door het leven gaan en hoe gezond ze zijn. Hoe kan dat nou?
Als we weten dat levensomstandigheden, voeding en medische zorg niet de beslissende factor kunnen zijn geweest, dan rest de vraag: wat dan wel?