Nooit verlaat ik het huis zonder een boek in mijn tas, tenzij ik op weg ben naar een sportwedstrijd. Als ik mijn huis niet verlaten heb, is de kans levensgroot dat er een bewegende bal op de televisie te zien is. En als dat niet het geval is, dan heb ik waarschijnlijk een boek in mijn handen. Maandelijks bespreek ik voor bol.com een sportboek. Deze keer is dat Daphne Koster: Nooit meer buitenspel van Iris Koppe.
Een betere positie
Op de avond dat Daphne Koster het boek presenteerde hield de hoofdpersoon een voordracht. Ze vertelde gepassioneerd dat dit boek moest helpen om het vrouwenvoetbal een betere positie te geven. Het is verbeterd, maar nog niet zoals het moet zijn.
Als er iemand zich daarover mag uitspreken is het Daphne Koster. Dertig jaar voetbalervaring, waarvan twintig jaar op het allerhoogste voetbalniveau. Zeven nationale kampioenschappen, vier KNVB bekers, twee EK’s en 139 (!) interlands. Dat is het imposante palmares dat Koster op het moment dat haar voetbalpensioen aanving kon overhandigen.
Dat ze zo ver gekomen is, zegt vooral veel over haar persoonlijkheid. Waar medespeelsters vroeg of laat afhaakten, zette Koster door. Het boek staat vol met anekdotes over haar toegewijde houding. Alcohol en uitgaan waren zondes. Het waren vergrijpen die haar verder van haar doel brachten. Ontkennende antwoorden kon de voetbalster niets mee. Het wierp zijn vruchten af. Al op zestienjarige leeftijd maakte ze haar debuut in het Nederlands elftal, en twee jaar later was ze aanvoerder.