De Italiaanse auteur Paolo Cognetti is in eigen land razend populair. Met zijn laatste roman De acht bergen won hij niet alleen de prestigieuze Premio Strega, maar ook de Premio Strega Giovani. Deze laatste wordt uitgereikt door leerlingen tussen de zestien en achttien jaar, wat bewijst dat Cognetti jong en oud weet te boeien met zijn prachtig beschrijvende proza. Hoewel zijn vorige roman Sofia draagt altijd zwart ook in Nederland en België positief onthaald werd, zou De acht bergen weleens zijn grote internationale doorbraak kunnen zijn.
De acht bergen is een coming-of-age roman waarin de lezer Pietro ziet evolueren van onzekere elfjarige tot berustende veertiger. Hoewel hij het grootste deel van zijn kindertijd in Milaan doorbrengt, krijgt hij de liefde voor de bergen met de paplepel mee. Het enige wat zijn ouders lijkt te verenigen is hun verafgoding van de bergen, een passie zo sterk dat die ook hun eigen wankelende liefde overeind weet te houden. Ze hebben de magie van de bergen nodig om de lelijkheid van de stad achter zich te laten en tot rust te kunnen komen. Ze gaan naar de bergen, naar een dorp met amper veertien bewoners. Daar leert Pietro Bruno kennen. Ondanks hun verschillende leefwereld zorgt het berglandschap ook bij hen voor een onverbrekelijke band.
De lokroep van de bergen
Het boek bestaat uit drie delen, die een duidelijk omlijnde wandeling voor de lezer uitstippelen, waarbij Pietro de rol van ervaren gids op zich neemt. Door de traditionele structuur en het consequent gebruik van een ik-verteller is de kans dat de lezer verloren loopt bijzonder klein. Alle aandacht kan naar de inhoud gaan, waar familiebanden, vriendschap en leren omgaan met gemiste kansen centraal staan. Cognetti gebruikt een heldere stijl zonder mythische of magische ondertoon. In combinatie met de sobere, empathische toon creëert hij een ontzettend mooi en kwetsbaar geheel.
De karaktertekening gebeurt uiterst subtiel, waardoor de personages aanvankelijk vlak lijken te zijn. Maar naarmate het verhaal vordert, worden er meer beschrijvingen van de personages en de omgeving blootgegeven. Zo verkiezen zowel Pietro’s vader als Bruno de onherbergzaamheid, maar ook het pure van de hoge bergtoppen, al voert Bruno dit nog consequenter door. Waar Pietro’s vader uit praktische overwegingen nog op gezette tijden terugkeert naar Milaan, trekt Bruno zich steeds meer terug. Pietro’s moeder staat met het ene been in de gemeenschap en met het andere in de bergen, waar ze zich beperkt tot de groene, leefbare gedeelten. Die tweedeling tussen zijn ouders vormt de basis van Pietro’s jeugd en zorgt ook in zijn volwassen leven voor een interne strijd. Hoewel het geen razend spannend verhaal oplevert, blijf je aan de pagina’s gekluisterd en is het moeilijk om na afloop afscheid van de personages te nemen.
Een sprookje voor volwassenen
De acht bergen leest als een sprookje: de personages, structuur, stijl en inhoud zijn ogenschijnlijk simpel, maar het verhaal bevat een extra boodschap voor wie wat dieper graaft. Het boek leest prettig, zonder dat de ernstige ondertoon verloren gaat. Net als een intensieve bergwandeling brengt deze roman ontspanning én voldoening. De acht bergen is een ideale roman voor wie houdt van een melancholisch, prachtig verteld verhaal.