Paula Hawkins verhuisde in 1989 van haar geboortestad in Zimbabwe naar Londen. Na haar opleiding was ze als journalist werkzaam voor ze haar debuut, Het meisje in de trein, schreef. Met 20 miljoen verkochte exemplaren, een verfilming en wereldwijd duizenden complimenten voor haar ‘eigen’ schrijfstijl, kun je spreken van een zeldzaam en goed debuut. Als lezer hoef je niet over paragnostische gaven te beschikken om met succes te voorspellen dat haar tweede boek niet heel lang op zich laat wachten. Onlangs verscheen het in de Nederlandstalige boekwinkels met de titel In het water.
In het water
De kleine plaatselijke bevolking van het redelijk geïsoleerde dorpje Beckford is verbijsterd en volledig sprakeloos als bekend wordt dat het stoffelijk overschot van de fotografe en schrijfster Nel Abbott in de langsstromende rivier is gevonden. Enkele maanden geleden is ook het lichaam van de jonge Katie Whittaker op dezelfde plaats boven water gekomen. Destijds is zelfmoord als onderzoeksresultaat door de plaatselijke politie in het dossier vastgesteld en werd de zaak gesloten. Een sprong van een 55 meter hoger liggende klif, in een aangrenzend watertje dat al vele decennia als ‘Verdrinkingspoel’ bekend staat, werd toen als aannemelijk beschouwd.
Met de dood van Nel Abbott ligt dat wat anders, omdat zij de gesloten zaak rond Katie vanuit een ander perspectief bekeek dan de politie. Nel onderzocht de dood van Katie en vertrouwde haar bevindingen aan het papier toe. Wanneer het volledig was, wilde zij het boek uitgeven.
Nel’s zus Julia keert terug naar het dorpje met haar gesloten gemeenschap. Zij probeert de bewoners aan het praten te krijgen om meer informatie over haar overleden zus te verzamelen en of er wellicht iets aan haar dood is voorafgegaan.
Zelf onderscheid maken tussen roddel, achterklap en waarheid
Hawkins past bij In het water dezelfde methodiek toe als bij haar debuut, zij het dat het in haar tweede boek met nog meer zorgvuldigheid is gebeurd. De lezer wordt in het geheel niet geholpen met verbindende teksten tussen de denkwerelden en dialogen van de personages. Steeds vanuit wisselend perspectief, waarin de meest belangrijkste personages het woord wordt gegund, ontwikkelt zich een beeld waarbij de geschiedenis van het plaatsje een steeds belangrijkere rol gaat spelen. Het is aan de lezer om onderscheid te maken tussen roddel, achterklap en waarheid. Want dat het dorpje en haar burgers meer te verbergen hebben dan in eerste instantie lijkt, wordt snel duidelijk als een paar bewoners, na eerdere moeizame pogingen, uiteindelijk tot spreken worden verleid.
Met meer intelligentie en raffinement geschreven dan haar debuut
In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat Hawkins haar tweede boek met meer intelligentie en raffinement heeft geschreven dan Het meisje in de trein. Meer personages dus ook meer persoonlijke belangen en geheimen, waarbij escapades uit het verleden, in een aantal gevallen, een onterechte schijnwereld overeind moet houden. De auteur triggert bewust de grijze cellen van haar lezers om mee te gaan denken en verbanden te leggen. En anders dan in politieromans is het niet de hermandad die een belangrijke rol speelt bij de oplossing, maar de bevolking waar de intensieve lezer zich al snel mee zal vereenzelvigen. Dat is ook de kracht die de schrijfmethode van Hawkins in zich heeft. Met een overvloed aan psychologische spanning.
Anders, dat staat buiten kijf, maar zeker niet slechter, eerder het tegendeel!