Ramsey Nasr schreef in van het voorbije coronajaar een paar maatschappijkritische essay’s waarmee hij wil aantonen dat het fundamenteel mis met ons is. Alles is niet goed of deugt niet, in De fundamenten. De aanklacht ligt er zó duimendik bovenop, dat je aandacht als lezer gaandeweg van de inhoud naar de auteur zelf gaat: wat bezielt deze man!?
Tijdens oorlogen houden mensen dagboeken bij. Die zijn voor historici en psychologen een belangrijke bron om terug te vinden hoe die tijd voor gewone mensen was. Ook tijdens de gedwongen opsluiting van de lockdown wordt er stevig op los geschreven. De egodocumenten van heel wat bekende mensen worden nu al gepubliceerd. Zo ook de recente pennenvruchten van Ramsey Nasr. Gedurende de verschillende coronagolven schreef hij enkele essays over de toestand van de wereld. En die is vreselijk. Op alle fronten zijn we in verval. Onze planeet zucht onder onze complete incompetentie. De economie, de politiek, het leiderschap, het burgerschap, alles is naar de Filistijnen volgens Nasr.
Preek
Op de omslag van zijn boek staan de letters ‘de fundamenten’ stevig op de grond. Op de cover zijn diezelfde letters omgevallen. Het is een mooi beeld van hoe Nasr zich moet voelen. De grond is onder z’n voeten weggeslagen en voor houvast grijpt hij al schrijvend alles bij de strot. Volgens Nasr zouden wij moeten bezwijken onder het alziend oog van het geweten. Wat hem betreft zijn wij allemaal door het morele ijs gezakt. Wij zijn deze planeet eigenlijk onwaardig. Een kokkel is een hoger schepsel dan de mens. De fundamenten is één grote klaagzang waar je door de rake stijl van schrijven met plezier in wordt meegenomen. Want Nasr kan het goed zeggen! Zijn eigen parochie zal zeker met genoegen mee huilen. Voor mensen met minder verwantschap met de linkse kerk, is het een ongewoon openhartig inkijkje in de diepere roerselen van een hedendaagse intellectueel.
Aanklacht
Nasr lijkt verpletterd door bewustzijn. Hij schrijft uitgeput en radeloos. Tot het diepste van zijn vezels voelt hij dat hij er niet toe doet… Een spirituele buitenkans, zo’n ervaring. Maar Nasr neemt het toch allemaal persoonlijk op en vertaalt het gevoel van leegte in een activistische aanval. Doend wat hij niet laten kan, nagelt hij zijn aanklacht aan onze deuren. Om zelf hard weg te hollen, terug naar zijn verheven plek van teleurstelling zinnend op een volgende daad van protest. Ik ben niet zeker of ik dat intellectueel belletje trekken dan nog eens lezen wil.