In Een leven op onze planeet beschijft David Attenborough zijn leven op aarde. Nu doen wel meer mensen dat, maar deze autobiografie is een bewuste nalatenschap van Attenborough. Hoe de aarde was, hoe we hem verkloot hebben, maar aan het eind ook hoe de aarde nog te redden is.
Of eigenlijk, zegt ook Attenborough, hoeft de aarde niet gered te worden, die redt zich wel. De vraag is hoe we ons zelf kunnen redden als een van de vele diersoorten op aarde.
Tsjernobyl
Net als in de film begint het boek in Tsjernobyl, daar waar een Oekraïense kerncentrale in de jaren tachtig ontplofte en een hele streek onbewoonbaar maakte. Een letterlijk bewijs van dat de mens de aarde aan het vernielen is, maar ook het bewijs dat de aarde er wel om doordraait, dat er alleen geen plek meer is voor de mens als we doen zoals we nu doen. Rondom Tsjernobyl neemt het leven weer langzaam maar zeker zijn plek terug. Leven van flora en fauna, nog niet het leven van de mens, die gaat er door de verhoogde straling nog steeds aan dood.
Terugkijken
Vanaf dat moment kijkt Attenborough terug op zijn leven, zwervend over de wereld, op zoek naar natuur, onderzoekend hoe de wereld van vooral dieren in elkaar zit. Dat levert fantastische verhalen van een enorm rijke aarde op, maar ook van een enorm bereisd leven van iemand die zo enorm veel van de wereld gezien heeft. Daarom kan Attenborough ook met zo veel ontzag spreken over hoe rijk de soortendom op aarde was en hoe we dat vernield hebben met overbevissen, overbejagen, desastreuze landbouw, industriële erupties, vervuiling… de tranen schieten je in de ogen als je ziet welke gruwelijkheden we de aarde aandoen en daarmee niet de aarde, maar ons eigen bestaansrecht daar op ten gronde richten.
Positief afsluiten
Attenborough wil positief afsluiten, want het gaat niet om de laatste bladzijden van een boek, het gaat om het eind van zijn nalatenschap: dat is veel groter dan een boek afronden. Hij heeft goede hoop dat het nog goed komt. Daarbij verwijst hij naar de Nederlandse landbouw als voorbeeld van weinig grond gebruiken en toch veel voedsel produceren, zodat er genoeg natuur overblijft. En hij predikt welvaart voor de arme delen van de wereld. Want welvaart leidt tot kleinere gezinnen en dat is wat we nodig hebben: minder mensen op aarde, ook dan belasten we de natuur minder.
Verkeerde denkrichting
Ik ben niet bepaald de enige die de oplossingen van Attenborough een verkeerde denkrichting vinden. De landbouw in Nederland is juist desastreus voor al ons niet bebouwde land. Boeren hebben bestrijdingsmiddelen nodig om ons voedsel te produceren en de groene weiden worden inmiddels grasfalt genoemd omdat er geen greintje leven meer in voorkomt. Ook ‘minder mensen’ is niet de oplossing, al helemaal niet als je dat koppelt aan meer welvaart. Wij in het Westen consumeren vanwege onze welvaart per persoon enorm veel meer dan mensen in armere delen van de wereld. Het gaat niet om het aantal mensen, maar om wat die allemaal naar consumeren!
Zeker wel een statement gemaakt
Jammer dat de raad die Attenborough in zijn nalatenschap meegeeft niet de juiste is. Maar ik neem hem dat geenszins kwalijk. Op dat gebied is hij niet de deskundige. Hij heeft de wereld met de rest van het boek een fantastische nalatenschap gegeven. Hij heeft zeker wel een statement gemaakt. Maar niet zo’n fijne: dat we het voor elkaar gekregen hebben in een tijdsbestek van nog geen mensenleven lang zo’n verwoestend spoor te trekken, dat we maar moeten hopen dat het nog goed gaat komen.