Ja Nee
Recensie

Recensie over Ja Nee van Tonnus Oosterhoff: ''Een spel met taal''

In zijn nieuwe dichtbundel Ja Nee ontrafelt Tonnus Oosterhoff de werkelijkheid, om de wereld vervolgens net weer even anders aan elkaar te stikken. In Oosterhoffs universum zijn twee fietsers God en Noodlot tegelijk en kun je katten niets leren, maar slechts iets afleren. Elk gedicht is een spel met taal, klank en realiteit. Soms eenvoudig, vervolgens weerbarstig en explosief. De dichter brengt je naar de hemel, daarna mag je het zelf uitzoeken.

Na zijn bejubelde roman Op het rok van het universum geeft Tonnus Oosterhoff opnieuw blijk van zijn volstrekte oorspronkelijkheid als dichter, zoals hij die eerder liet zien in alom geprezen bundels als Ware grootte en Leegte lacht.

Spel met taal

De cover doet denken aan een margrietje in het gras. De Ja is het hart van de margriet, de Nee de blaadjes om het hart van de margriet en het groen is het gras. Ergens jammer dat de ontwerper van de cover de Nee niet om de Ja heeft geplaatst, maar eronder. Je kan ieder geval zien dat de auteur een spelletje speelt met de woorden door Ja op zijn kop te plaatsen.

Bij de titel krijg je het gevoel alsof je vragen moet beantwoorden waarop je alleen maar 'ja' of 'nee' mag antwoorden en niets anders. Gelukkig is dat niet zo en zijn ze mooi verwerkt in een paar gedichten waardoor je begrijpt waarom er voor deze titel gekozen is.

De auteur lijkt je mee te nemen in zijn hersenspinsels, waar hij de woorden aaneenrijgt om ze daarna weer door elkaar te gooien tot een samenraapsel waarbij het lijkt of niets bij elkaar past.

''Hij herhaalt bepaalde woorden en zinnen in een gedicht alsof hij zeker wil weten dat je hem begrijpt, dat je de tekst niet vergeet.''

Sterk inlevingsvermogen

Bij verschillende gedichten had ik het idee dat hij aan een ernstige ziekte lijdt en niet lang meer te leven heeft, maar daar heb ik na zoeken op de grootste zoekmachine niets over gevonden. Mocht hij niets mankeren, dan heeft zich heel goed ingeleefd, de gedichten zijn ijzersterk. Je voelt het verdriet, de pijn in die gedichten, maar ook de leegheid die een opgegeven iemand kan hebben.

Hij speelt met de kleur zwart waarbij hij sommige gedeeltes van een paar gedichten grijs heeft gemaakt om vervolgens weer zwart te gebruiken alsof dat stukje tekst belangrijker is ennm meer moet opvallen. Zo heeft hij ook in een paar gedichten met de lettergrootte gespeeld waardoor je heel goed moet kijken, omdat de letters zo klein zijn, dat ze bijna niet te lezen zijn. Slechtzienden, ik behoor ook tot die club, kunnen een vergrootglas nodig hebben om die teksten te lezen of je haalt het gedicht naar je ogen toe om hem beter te kunnen lezen. Zie dat niet als een minpuntje, maar als een grappig iets. Alsof de auteur een grapje met je heeft willen uithalen.

De dichtbundel is een echte aanrader voor eenieder die van woordgrappen houdt en het niet erg vindt als zinnen niet altijd kloppen maar wel de realiteit laten zien.

Wil je altijd op de hoogte zijn van de boeken binnen jouw favoriete genre? Stel je voorkeur in en ontvang updates.