De nieuwe roman Cliënt E. Busken van Jeroen Brouwers, wie zelf sinds kort tachtig is geworden, gaat over de tachtigjarige E. Busken. Busken is tegen zijn wil opgenomen in een psychiatrische instelling. Hij vindt zichzelf beter dan de andere cliënten en verzorgers. Hij vindt zelf dat hij daar niet tussen hoort en dat laat hij ook duidelijk merken.
E. Busken
Busken heeft een groot ego. Hij beheerst alle creatieve disciplines uitstekend volgens zichzelf en kent veel hooggeplaatste mensen uit de geschiedenis die hij ook regelmatig heeft ontmoet. Hij heeft wat moeite met zijn geheugen, maar dat wil hij niet toegeven. Busken heeft besloten om niet meer te praten en doet ook alsof hij niets meer hoort. In de instelling proberen ze erachter te komen wat hem mankeert. Is hij doof? Kan hij niet praten? Of heeft hij dementie of alzheimer? De bewoners en de verzorgers praten over hem waar hij bij zit. Busken geeft hier uitgebreid kritiek op in zijn hoofd. Hij reageert niet, maar observeert alles om zich heen.
Gedachtetjes
We kijken een dag mee in het hoofd van Busken, waar het er hectisch aan toe gaat. Al zijn gedachten blijven maar doorlopen. Het stopt niet. ‘Gedachtetjes’ noemt hij ze zelf. Gedurende het boek ben je volledig onderdeel van het warrige hoofd van Busken doordat Jeroen Brouwers alle zinnen achter elkaar laat doorlopen. Hij maakt geen gebruik van alinea’s, inspringen of witregels. Dat is wel even wennen. Ook de hoofdstukken beginnen en eindigen plotseling.
Aanhalingstekens
De dialogen waar Busken naar luistert, worden zonder aanhalingstekens weergegeven. Je moet goed opletten wie wat zegt, wanneer de dialoog stopt en wanneer de gedachten van Busken het weer overnemen. Hij schakelt snel naar een herinnering of een ander persoon. De zinnen lopen gewoon door. Dit is soms lastig om te volgen, maar het past helemaal in de sfeer van de verwarde man. Je krijgt precies mee hoe het er in zijn hoofd aan toe gaat.
Creatieve woorden
Cliënt E. Busken leest vlot als je eenmaal aan de schrijfstijl gewend bent. Jeroen Brouwers schrijft in mooie zinnen en heeft veel creatieve nieuwe woorden bedacht zoals; zwaarplechtig woord, mensconcept, taalcarnaval, nietgoedsnikgehalte en onaanwezig. Dat geeft meneer Busken zijn charme. Je blijft je het hele boek afvragen of hij echt zo geleerd is als hij zelf beweert. Een bijzonder boek om te lezen!