In zijn nieuwe roman schuift Herman Koch een personage uit Zomerhuis met zwembad opnieuw naar voren. Stanley Forbes was daar de regisseur die graag foto’s van jonge meisjes maakte. Die fascinatie krijgt in Een film met Sophia een obsessief kantje.
Stanley Forbes is een Nederlandse regisseur die ook internationaal succes geboekt heeft. Dat succes is echter niet lang blijven duren dus is hij op zoek naar een nieuw project. Wanneer hij zijn oog laat vallen op de zestienjarige dochter van een bevriend auteur, ziet hij in haar de oplossing voor al zijn problemen. Sophia heeft geen acteerervaring, maar Stanley geeft haar zonder aarzelen de hoofdrol in zijn nieuwe film. Met een sprong in de tijd lezen we meteen ook dat Stanley een bezorgde sms ontvangt van Sophia’s vader; hij weet niet waar zijn dochter is. Zij komt op dat moment, in een T-shirt van Stanley, de trap afgedaald.
Verrassende plotwendingen
Wie al eerdere romans van Koch las, zal deze verhaalopzet herkennen: als lezer krijg je een blik in het verleden en heden, waardoor je vanzelf verbanden gaat leggen. Je weet niet precies wat er gebeurd is, of waarom personages bepaalde keuzes gemaakt hebben, maar puzzelt automatisch het een en ander bij elkaar. Bij de afwikkeling van de plot slaat Koch graag zijwegen in, die de lezer meermaals op het verkeerde spoor zetten. Meestal word je hierdoor nog nieuwsgieriger, maar in Een film met Sophia, is dat effect minder sterk.
Stanley voelt zich hoog verheven boven de Nederlandse filmwereld die hij met minachting onder de loep neemt. Koch zet een erg cynische versie van de grumpy old man neer. Stanley’s haat tegen de filmindustrie gaat verder dan walging over het mechanisme van subsidies en commercie. Hij heeft minstens een even grote hekel aan Nederlandse films in het algemeen en de acteurs daarvan in het bijzonder. Dat niet enkel hijzelf, maar ook het meisje dat hij zo bewondert daar deel van uitmaken, zorgt voor een ironische onderlaag.
Herkenbare typetjes
In verschillende passages wordt Stanley’s ongenoegen over de mensen rondom hem grappig uitgespeeld, maar door de roman heen worden iets te veel clichés gebruikt om echt te verrassen. Bovendien worden herinneringen en bedenkingen tot in het detail uitgewerkt en herhaald, waardoor het te lang duurt voor er een punt gemaakt wordt. Het verhaal verliest gaandeweg snelheid en de spanningsboog verslapt.
Koch werkt zijn hoofdpersonage goed uit en suggereert net voldoende om Stanley als een onbetrouwbare ik-verteller neer te zetten. Stanley’s gebrek aan nuance zorgt ervoor dat de mensen om hem heen vervallen in stereotypen. Koch toont hier zijn talent om met een paar zinnen een typetje neer te zetten, al is het best wel jammer dat Sophia nooit meer wordt dan een mooi gezichtje en een lieve glimlach.
Wie krijgt gelijk?
Hoewel de scherpe passages minder krachtig zijn dan in eerdere romans, zorgt de typische opbouw en schrijfstijl van Herman Koch er wel voor dat je blijft doorlezen om te ontdekken wat er zich precies heeft afgespeeld tussen Stanley en Sophia – en natuurlijk word je alsnog verrast.