Romans over familiegeheimen zijn bijzonder populair. De titel van Sarah Larks nieuwste roman zal dan ook veel lezers nieuwsgierig maken. Na het succes van haar andere boeken zoals Een nieuwe wereld en De geheimen van het winterhuis waren de verwachtingen hooggespannen. Gelukkig blijkt de titel niet louter een commerciële zet te zijn. De auteur maakt de verwachtingen waar én voegt iets toe aan de typische feelgoodromans over geheimen die een familie kunnen verscheuren. Achter de dromerige, romantische cover van Het familiegeheim gaat immers een goed gedocumenteerd verhaal over de geschiedenis van Nieuw-Zeeland schuil.
De roman springt heen en weer tussen twee verhaallijnen. Centraal staat Stephanie, een 33-jarige journalist. Ze krijgt de opdracht om een kritisch artikel te schrijven over de hypnosepraktijken van Rupert Helbrich. Voor waanzinnige bedragen belooft hij zijn cliënten via hypnose naar hun vorige levens te brengen. Haar vriend Rick is bang dat Stephanie een gemakkelijke prooi is omdat ze zich absoluut niets herinnert over de eerste zes jaar van haar leven. Stephanie schuift zijn bezwaren opzij, ze heeft zich al lang neergelegd bij het feit dat het auto-ongeluk van haar vader een enorme impact op haar leven heeft gehad. Na het ongeluk verhuisde ze hals over kop met haar moeder van Nieuw-Zeeland naar Duitsland en pas daar start haar leven echt.
Onder hypnose
Toch kan ze niet ontkennen dat de hypnosesessie die ze ondergaat iets in haar losmaakt. Haar baas wil dat ze haar zogenaamde herinnering aan een vroeger leven als Marama, een Maori-meisje, verder onderzoekt om zo de leugens van de hypnotiseur bloot te leggen. Lark voert de spanning op door meteen al terug te blikken op het verleden