Bij historische romans en ontdekkingsreizen denk je misschien niet meteen aan sterke vrouwelijke personages. In Het tij hoog, de maan blauw laat Jolien Janzing zien dat we de kracht van vrouwen uit het verleden wel eens durven onderschatten. Léonie Osterrieth, de heldin van dit verhaal, blijkt de pionier te zijn waar we nood aan hadden zonder het te beseffen.
Het is eind negentiende eeuw en we bevinden ons in Antwerpen. Léonie Osterrieth is haar man verloren en als rijke weduwe maakt ze deel uit van de Antwerpse beau monde. Terwijl haar kinderen maar wat graag zouden willen dat ze zou hertrouwen om zo de rustige herfst van haar leven tegemoet te gaan, droomt Léonie van verre reizen en exotische landen. Op de dag dat de jonge Adrien de Gerlache haar pad kruist, besluit ze om zijn expeditie naar Antarctica mogelijk te maken. Wat graag zou ze haar geliefkoosde avonturier vergezellen, maar de heersende maatschappelijke conventies maken het haar onmogelijk. Wanneer de driemaster De Belgica de Antwerpse haven verlaat, zeilt het af op ongeziene avonturen.
Meer dan een avonturenverhaal
Hoewel het verhaal van de Belgica en haar bemanning tot de verbeelding spreekt, blijft Antwerpen zelf erg centraal staan. Omdat hoofdpersonage Léonie een van de thuisblijvers is, speelt de roman zich in grote mate af in de Antwerpse burgerij. Het voordeel daarvan is niet alleen dat we prachtige historische beschrijvingen van de stad krijgen, maar ook een fascinerende inkijk in het leven van de welvarende Antwerpenaren uit het fin de siècle. Die personages nemen af en toe Victoriaanse proporties aan. Haar boek roept zo de stijl op van de schrijvende tijdgenoten van Léonie Osterrieth en daar zullen de liefhebbers van onder andere Jane Austen en de zussen Brontë veel leesplezier uit halen.