Het woud van wol en staal is een boek dat je alleen al op basis van de prachtige titel in je boekenkast zou willen. Deze goedaardige roman gaat op zoek naar de schoonheid van de muziek en haar geliefkoosd medium: de piano. Dein mee op de loepzuivere tonen van de Japanse auteur Natsu Miyashita.
Als schooljongen raakt Tomura betoverd door de vleugelpiano op school. Wanneer deze gestemd wordt in zijn bijzijn, wil de jongeling de knepen van het vak leren kennen. Wat is er mooier dan het perfectioneren van een edel instrument als de piano? Drie meesterstemmers begeleiden Tomura in een leerproces vol vertwijfeling. Het evenaren van de genialiteit van zijn leermeesters lijkt een onmogelijk doel, maar wanneer Tomura het pad van een pianospelende tweeling kruist, lijken zijn kansen te keren. De zussen zetten zijn leven op zijn kop en vooral Kazune zal meer en meer de muze voor Tomura’s stielwerk worden. Dit alles speelt zich af tegen de schemerachtige schoonheid van Japan, die voor een mysterieuze stemming zorgt.
Het goede en het schone
Die schoonheid is het hoogste goed in Het woud van staal en wolken. De titel verwijst naar de zachte klanken die voortkomen uit de snaren die omsloten zitten in een houten omhulsel. Ze verzoenen de elementen. Miyashita gaat zo op zoek naar een haast mystieke harmonie tussen cultuur en natuur. Muziek is een cultureel gegeven dat in een metaforische, natuurlijke taal vorm krijgt en zo komt het dat pianospel steeds in natuurbeschrijvingen weergegeven wordt: ‘Opnieuw sloeg hij toetsen aan. Ik rook een bos. Een bosrand bij het vallen van de avond.’ Als dit boek een filosofische boodschap uitdraagt, is het die dat stelt dat het schone ook het goede is. Wat mooi is, is juist en omdat Tomura het nastreeft de schoonheid te dienen, is hij de bescheiden held in zijn eigen verhaal. Dit alles is voor een geoefend lezer allemaal nogal vanzelfsprekend en daarom is dit niet het meest uitdagende of bevredigende boek, maar wel een easy read.