Op de dag dat Hugo Tempelman een brief ontvangt van zijn arts neemt hij zonder de envelop te openen een rigoureus besluit. Jan Siebelink volgt hem vanaf dat moment op de voet, in zijn nieuwe boek Maar waar zijn die duiven dan.
Maar waar zijn die duiven dan is geschreven vanuit de hoofdpersoon, Hugo Tempelman. Het verhaal begint met een proloog waarin de hoofdpersoon een brief van de uroloog krijgt. Zijn angst voor wat erin staat weerhoudt hem ervan om de brief te openen en te lezen. Veel liever steekt hij zijn kop in het zand. Toch houdt het hem bezig en gaat hij eerst naar huis waar hij de brief in zijn jaszak steekt samen met nog een ding. Vervolgens gaat hij naar elders om afscheid van iemand te nemen, om te eindigen in Amsterdam om daar afscheid te nemen van een persoon die heel belangrijk was voor hem en zijn vrouw. De hele dag overpeinst hij zijn leven, haalt hij herinneringen op. Zijn jeugd die niet altijd even gelukkig was. Je krijgt te doen met de jonge Hugo. Zijn volwassen leven blijkt een leven vol schaamte, schuldgevoelens en zondes. Maar hij kent ook gelukkige momenten, zoals zijn bezoeken aan Amsterdam. Het geloof speelt een belangrijke rol in zijn leven.
In de tussentijd voelt hij geregeld de brief in zijn jaszak en overweegt hij om het aan iemand te vertellen. Aan iemand die heel belangrijk was in het verleden voor hem en later ook voor zijn vrouw. Tijdens een bekentenis tegen het eind van het verhaal, wordt de titel van het boek duidelijk. Dan begrijp je waar die op slaat en krijg je het gevoel dat er meer achter zit, begrijp je waarom hij een verwijt van iemand krijgt.
Spanning
Jan Siebelink weet in Maar waar zijn die duiven dan de spanning goed op te bouwen. Je vraagt je de hele tijd af of de hoofdpersoon een fatale daad zal plegen of toch uiteindelijk niet durft. De auteur heeft zich heel erg goed weten in te leven in de hoofdpersoon. Je leeft met de hoofdpersoon mee, je voelt geregeld zijn angst en andere gevoelens. De worsteling met zijn geloof zal ook voor veel mensen herkenbaar zijn. De auteur heeft zich niet alleen goed weten in te leven in de hoofdpersoon. Hij heeft ook de omgeving, waar de hoofdpersoon is, goed weten te omschrijven, waardoor de omgeving tot leven komt.
Je wordt heen en weer geslingerd in de tijd. Dan ben je in het heden om vervolgens weer in het verleden te zijn. Soms moet je een stukje terug lezen om te weten of je in het heden of in het verleden bent. Verder is het verhaal op een rustige manier geschreven. Je merkt dat de auteur over elke zin goed heeft nagedacht voor hij het aan het papier toevertrouwde.
Zit er meteen in
Maar waar zijn die duiven dan van Jan Siebelink is een verhaal waar je meteen in zit, waar je vanaf het moment dat de hoofdpersoon een bepaald ding pakte, de rest van het verhaal in spanning. Je vraagt je af of hij dat ding uiteindelijk zal gaan gebruiken of dat hij dat niet durft, maar ook of hij die brief uiteindelijk gaat lezen.