Robert Fabbri is een Zwitserse auteur die historische thrillers schrijft. Hij is onder meer bekend van zijn populaire Vespasianus serie. Een negen-delige serie met een onderwerp dat dicht bij zijn hart ligt: het Romeinse keizerrijk. In zijn nieuwe boek Alexanders Erfenis: De Sterkste Wint kan hij zijn voorliefde voor historie weer helemaal laten opleven. Hij gaat in het boek weer terug in de tijd en deze keer naar het boeiende tijdperk met het immens grote Macedonische rijk van Alexander de Grote.
Gevecht om de troon
Het verhaal ontvouwt zich rond de dood van Alexander de Grote in Babylon. Hij benoemt expres geen opvolger, en geeft slechts zijn ring aan één van zijn lijfwachten; die vervolgens gelijk de macht probeert te pakken, maar hij is niet de enige. Zoals verwacht breken er grote rellen uit, dit is het gevolg van iedereen die de troon wil bestijgen. Een ieder in het rijk wil graag het stokje van Alexander overnemen en iedereen die zich aangesproken voelt voor de troon, bedenkt er weer een andere sluwe tactiek voor: zoals het baren van een kind, trouwen met de achterlijke broer van Alexander, het vergiftigen van mensen die in de weg staan of gewoonweg met geweld. Naarmate het nieuws zich verder verspreidt in het Macedonische rijk, zijn er steeds meer gegadigden die een reden en een manier zoeken om de troon te bemachtigen. Het verhaal barst daarom ook van politieke intriges, verraad, uithuwelijking, bondgenootschappen en gevechten. Het grote gevecht om de troon begint. Één ding is zeker, liefhebbers van de Game of Thrones boeken kunnen hun hart ophalen met dit nieuwe, maar toch ook eeuwenoude, verhaal over een gevecht om de troon in het Macedonische rijk.
Ingewikkelde namen
Het verhaal begint gelijk bij dé grote oorzaak van alle rellen en verraad: de dood van Alexander de Grote. Je wordt als lezer gelijk midden in het verhaal geslingerd en je maakt de laatste momenten van Alexander de Grote mee vanuit zijn perspectief. Je zit dan al direct in het verhaal en de rest van het verhaal dat volgt, is allemaal goed te volgen. Het is namelijk heel erg duidelijk geschreven. Er worden genoeg details gegeven om een goed beeld te krijgen van een situatie of de mensen die er aanwezig zijn, maar er wordt ook niet te veel overbodige informatie gegeven waardoor je gedachten zouden afdwalen. Het enige waar je aan het begin aan moet wennen, zijn de vele namen van de personages. In het begin voelt het alsof je door een golf van namen bedolven wordt, en je de draad van het verhaal kwijtraakt. Veel namen lijken ook op elkaar dus je gaat je soms afvragen of Krateros nou de genraal was of dat het Antipatros bijvoorbeeld was. Gelukkig heeft Robert Fabbri hieraan gedacht. Achterin het boek heeft hij namelijk een lijst geplaatst met alle namen van de personages, wie ze zijn en hoe oud ze zijn. Deze lijst is vooral heel erg handig om te hebben tijdens het lezen van de eerste paar hoofdstukken. Op een gegeven moment komen alle personages zo vaak in het verhaal terug dat je het niet meer nodig hebt. Wat daarnaast ook een erg leuk detail is, is dat er op de lijst staat welk personage, en welke naam, is gebaseerd op een persoon die echt in die tijd bestaan heeft en wie Fabbri erbij verzonnen heeft. Dit geeft een extra dimensie aan het verhaal, omdat je weet dat een groot gedeelte is gebaseerd op waargebeurde gebeurtenissen.