Het begin
Rotenstreich begint het verhaal bij het begin: de voorgangers. Het verhaal van haar jeugd, de katten die háár begeleidden. Toen kwam er Cypri, een cypers poesje om mee te oefenen, omdat het besluit was genomen: “Laten we een kind nemen.” Het gaat hier voornamelijk nog om het verhaal, de foto’s blijken anders en –toch duidelijk– van andere kwaliteit dan de latere foto’s die Tonio nam, maar een verhaal moet ergens beginnen om verteld te worden.
Tygo & Tasha
Want dan: Tygo & Tasha (en Tonio). De foto’s in dit deel zijn triggers voor herinneringen, want wat haalt Mirjam hier mooie herinneringen op. De vele foto’s van de twee katten in hun broodmandje, Tygo erbij, of er liever overhangend, in een stilleven met een fruitschaal; de twee katten, nog maar enkele weken in huis, elkaar aanvullend in dat mandje: yin en yang. Maar ook de herinnering aan de boze Tonio die op de basisschool hoorde dat-ie altijd wel klein zou blijven; de groei van de katten roept Tonio’s groeistreepjes op de muur op. De kleine anekdotes als deze maken dit foto-memoir zo waardevol.
De goudenregen
Ook de anekdote die hevig figureerde in A.F.Th.’s Tonio: de goudenregen, komt terug. De goudenregen zou op een septembernacht in 2010 –na Tonio’s dood– ineenstorten, maar nu zien we hoe Tonio jaren eerder zijn katten in diezelfde boom op beeld ving. Mirjams angst dat de katten er die septembernacht onder zouden liggen is voorstelbaar: Tygo en Tasha zijn de laatste levende link met Tonio. Ontroerend zijn de bladzijden en de laatste foto’s –die Mirjam Rotenstreich zelf nam– rond de laatste uren van Tygo, Tonio’s lievelingskat. De cirkel is rond.