Sinds 20 maart ligt het boek in de winkel, Schaduwzwart, het vervolg op Vogelvrij. In de wereld van de Spellslingerserie staat magie centraal. Magie in de vorm van somatische gaves. Kellen heeft de pech dat hij maar een somatische gave bezit, terwijl iedereen om hem heen sterker of slimmer is. Sebastien de Castell kwam speciaal vanuit Canada naar Nederland om aanwezig te zijn bij de presentatie van zijn eigen boek. Iris Rouwhorst mocht hem voor het Lees Magazine spreken over zijn twee uitgebrachte boeken, zijn kijk op de wereld en zijn jeugd.
Hoe heb je deze wereld bedacht?
De basis voor de wereld is de hoofdpersoon. Ik beeld me in dat deze zich in een donkere grot bevindt met alleen een zaklamp, en het enige waar ik over schrijf is datgene wat in het licht van de zaklamp komt. Voor mij als schrijver heeft de wereld voornamelijk de bestaansreden om het conflict en drama te creëren voor de hoofdpersoon. Dus ik start met de hoofdpersoon en maak de meest verschrikkelijke wereld die ik kan bedenken voor hem.
Met de Spellslingerserie wilde ik schrijven over iemand die het tegenovergestelde is van de uitverkorene. Ik houd van Harry Potter, maar ik wilde juist het tegenovergestelde van dat. Hoe is het om je hele leven te denken dat je een grote magiër wordt, om er dan achter te komen dat dat nooit zal gebeuren. Wat doe je dan? Hierop baseerde ik de wereld. Alles wat Kellen ziet en mee maakt, kan hij niet hebben. Daardoor voelt hij zich slechter, en daar schrijf ik over. Ik maak een wereld die als een constante reflectie dient van alles wat Kellen niet kan hebben.
Hoe bedenk je de namen in deze wereld?
Ik neem een systeem, van bijvoorbeeld twee of drie talen en dit benoem ik tot de basis. Dan maak ik verschillende vertalingen van woorden en ik pas ze aan tot ze de juiste klank hebben. De klank van het woord is heel erg belangrijk. Je hebt woorden die heel goed lijken op papier, maar verschrikkelijk klinken, en je hebt woorden die perfect in het gehoor liggen, maar vreselijk staan op papier. Dus ik pas het woord net zo lang aan tot het past in de wereld.
Hebben de namen van de personages een betekenis?
Alle culturen in deze wereld hebben hun eigen naamsysteem. Kellen is een naam voor een kind. En wanneer hij magiër zou worden, zou hij de naam van zijn huis krijgen. Zoals Ke’Heops, zijn vader.
Toen ik voor het eerst over Ferius schreef, was ze een man. Ze zou een man moeten zijn, maar het voelde niet goed. Niet interessant genoeg. Het was te gewoontjes. En toen moest ik denken aan mensen die belangrijk voor me waren in mijn jeugd: de partner van mijn zus toen ik vijftien was. Dus sommige delen van Ferius Parfax zijn gebaseerd op haar. In het boek denken veel mensen dat Ferius een Daroman is, een andere cultuur dan de Jan’Tep. Dus heb ik haar naam gebaseerd op de Daroman en daarom is haar naam zo anders dan Kellen of Ke’Heops.