Per Ongelukt
Zelf lezen

Simon van der Geest over Per Ongelukt!

Het thema van de Kinderboekenweek is dit jaar Raar maar waar: natuur, wetenschap en techniek. Simon van der Geest schreef het Kinderboekenweekgeschenk. Een gesprek over Per Ongelukt, uitvinders en het vieren van nieuwsgierigheid.

Het Kinderboekenweekgeschenk

Waar gaat Per Ongelukt over?
Per Ongelukt vertelt het verhaal van Ro, een jongen van tien. Zijn moeder zit in de gevangenis, maar ze is onschuldig. En voor hem is dat heel ingewikkeld. Hij probeert het nog geheim te houden, maar als het uitkomt en de hele klas het weet, vindt hij dat zo frustrerend dat hij op een dag besluit: ik ga haar bevrijden. Samen met zijn vrienden bedenkt hij hele ingenieuze plannen om haar uit de gevangenis te bevrijden.

Je schrijft best veel over kinderen waarvan de ouders gaan scheiden of ander leed meemaken en regelmatig over broers. Is die keuze bewust?
Ja, natuurlijk. Ik vind het interessant als het op de kinderen zelf aankomt. En daarom zijn de ouders vaak een beetje op de achtergrond, of die hebben hun eigen sores. Ik vind het veel spannender als het kind niet teveel kan leunen op zijn ouders, omdat je het dan kunt hebben over de kracht van het kind. Daardoor worden ze zelfstandiger.

Wat kunnen grote mensen van kinderen leren?
Waar ik kinderen wel om bewonder is hun enorme doorzettingsvermogen en hun drang om dingen op te lossen en problemen aan te pakken en ruzies op te lossen. Zeker in Spijkerzwijgen vond ik dat een heel mooi uitgangspunt om over te hebben. Hoe een klein meisje twee volwassenen die echt niet meer met elkaar willen praten toch weer bij elkaar weet te brengen.

15451344049 7B3Ea8C3C0 Kmob

‘Ik moet altijd naar buiten’

Je begon met schrijven toen je 31 was. Waarom besloot je toen dat je een kinderboek wilde publiceren?
Het ging meer per ongeluk. Ik schreef toneelstukken en gedichten en ik ben ook verhalen gaan schrijven en op een dag was er een uitgever die mijn gedichten had gelezen en die zei: “zit daar niet een boek in? En heb je nog meer?”

Waar haal je je briljante vondsten vandaan? Kun je overal schrijven?
Tegenover een blinde muur zou ik dat niet kunnen. Ik moet altijd naar buiten en om me heen kunnen kijken. Waar ideeën vandaan komen, weet ik ook niet precies, maar dingen die je onderweg tegenkomt, ziet. Het kan overal in zitten, bijvoorbeeld dingen die je hoort als je in de tram zit, of die je ziet als je in de duinen wandelt.

Moet je zelf ook een beetje kind zijn om kinderboeken te kunnen schrijven?
Aan de ene kant wel, aan de andere kant niet. Ik probeer me wel altijd voor te stellen hoe het ook alweer was toen ik zelf tien of elf was en ik heb ook hele heldere, levendige herinneringen aan wat ik moeilijk of heel tof vond, maar de techniek en ambacht van het schrijven zelf is iets waar ik alle kennis en kunde voor nodig heb die ik nu pas heb.