Witte dood is het vierde deel van de serie met Cormoran Strike van Rolbert Galbraith, ofwel J.K. Rowling. Na de, voor iedereen bekende, Harry Potter-serie koos ze ervoor om detectives te schrijven en publiceerde ze in 2013 Koekoeksjong, het eerste boek van de Cormoran Strike-serie. Hierna volgden Zijderups en Het slechte pad, en dit jaar keert Strike terug in Witte dood.
In dit deel staan de detectives voor een zware taak. Strike wordt benaderd door een labiele jongen, Billy, die als kind denkt een moord te hebben gezien. Strike en Robin Ellacott proberen het verhaal tot op de bodem uit te zoeken en het leidt hen naar de House of Parliament, waar minister van Cultuur, Chitzwel, werkt. Hij schijnt meer af te weten van de mysterieuze moord waar Billy het over heeft. Wanneer ze worden ingehuurd door de minister omdat hij wordt afgeperst door chantage, grijpen ze hun kans om dichterbij het antwoord te komen.
Strike en Robin
Naast het mysterie rondom de moord is er nog een tweede rode draad: de relatie tussen Strike en Robin. Al vanaf het eerste boek is het duidelijk dat ze een bijzondere band hebben. In Witte dood staat hun relatie nog meer centraal dan in vorige delen. Met name Robin vraagt zich af of ze verliefd op Strike is of dat ze warme gevoelens voor hem heeft vanwege het gevaarlijke werk dat ze doen, wat automatisch een band schept.
Dikke pil
Robert Galbraith heeft maar liefst 734 pagina's nodig om zijn verhaal te vertellen, maar geen enkele pagina is overbodig. Witte dood is een perfecte mix van een ingewikkeld, maar niet té ingewikkeld plot. Het is geschreven in de typische stijl die we zo goed kennen van Galbraith/J.K. Rowling: observerend met veel details, waardoor de omgeving tot leven komt. Alsof je zelf in Londen bent en naast Robin en Strike in de pub zit. Voor de lezer is het alleen maar fijn dat het boek zo dik is, zo kun je er langer van genieten. Want Witte dood is echt smullen! Het is een klassiek speurdersverhaal met geweldige personages waarvan je niet wilt dat het eindigt.