Jan Terlouw is al schrijver sinds 1970 en nog steeds heel populair. Hij heeft al meer dan 25 boeken geschreven, zowel voor de jeugd als voor volwassenen. Ter ere van zijn 85e verjaardag zijn er twee boeken uitgekomen: Kop uit het zand en Het hebzuchtgas. Het thema van de 83ste Boekenweek, die van zaterdag 10 t/m zondag 18 maart 2018 plaatsvindt, is Natuur. Jan Terlouw schrijft het Boekenweekessay 2018, Natuurlijk. Afgelopen augustus was Jan Terlouw in gesprek met Janneke Siebelink, hoofdredacteur van online magazine lees.bol.com, daarin sprak hij over zijn leven als wetenschapper, politicus en schrijver en zijn zorgen over de toekomst van de aarde.

“We zijn vreselijke dingen aan het doen met de aarde” - Jan Terlouw
Een kinderboek en een novelle
Ter gelegenheid van uw 85e verjaardag zijn Kop uit 't zand en Het hebzuchtgas verschenen, een kinderboek en een novelle voor volwassenen. Maar qua stijl ligt het ontzettend dicht bij elkaar. Houd u rekening met woordkeuze, zinsopbouw of techniek?
Nauwelijks. Als ik een boek voor de jeugd schrijf, leg ik iets meer uit dan als ik voor volwassenen schrijf en ik vermijd erotiek voor een groot gedeelte, want ik vind dat dat nog niet zo bij ze hoort. Maar voor het overige… ik vermijd misschien een paar moeilijke woorden voor de jeugd, maar niet veel, hoor. Ik denk dan: zoek maar op, het zijn prachtige woorden. Dus nee, voor mij maakt het niet zoveel verschil.
Met het huidige politieke klimaat, met Trump die de klimaatverandering ontkent, wordt het er niet beter op.
Trump is natuurlijk niet gek, dus die weet best dat 99% van de wetenschappers gelijk hebben. Er is misschien nog 1% die het ontkent, en dat die bijna 200 landen in Parijs een jaar geleden gelijk hebben, die zeggen: we moeten iets gaan doen. En wat hij dus doet is feiten ontkennen om politieke redenen, en dat is heel ernstig.
Vindt u het interessant om ouder te worden?
Ik zou liever jong blijven, omdat ik merk dat lichamelijk de krachten afnemen. Ik was gelukkig altijd gezond en sterk en ik mag nog niet klagen, maar toch, mijn lichamelijke krachten zijn een stuk minder dan toen ik veertig was. Dat vind ik jammer. Geestelijk geloof ik dat er nog niet veel aan de hand is, hoera.

Kop uit 't zand en Het hebzuchtgas
Is er een bepaalde periode in uw leven die u graag opnieuw zou willen beleven?
Nee. Ik heb drie ontwikkelingslijnen gehad: de wetenschappelijke, de politieke en tot mijn verrassing die als schrijver. Daar komt nog bij de ontwikkeling in het gezinsleven. De kinderen worden groot. Het zijn nu mensen met maatschappelijke verantwoordelijkheid, en we hebben daar zeer veel contact mee. We stimuleren elkaar wederzijds nog altijd, de kinderen en wij. Dat zijn allemaal ontwikkelingslijnen die ik niet over hoef te doen. Die passen goed in elkaar en daar ben ik blij mee.
Kop uit 't zand is een novelle over het klimaat. Het hebzuchtgas is een sprookje voor jong en oud. Kunt u over beide boeken iets vertellen?
De novelle heb ik geschreven voor volwassenen omdat ik ermee geconfronteerd werd dat het zo makkelijk is om iets weer even te vergeten vanwege de waan van de dag. Je kunt vinden dat je iets moet doen aan de klimaatverandering en dan denk je: morgen. Maar morgen is er een kind ziek en dan komt het er niet van. Of er gebeurt iets in de politiek en dan komt er steeds iets in de weg, omdat het probleem niet zo urgent lijkt. En dat is gevaarlijk, want het gaat maar door. Dat heb ik geprobeerd in de novelle begrijpelijk en duidelijk te maken. Dat boek voor de jeugd, of eigenlijk voor alle leeftijden, dat gaat over een denkbeeldig land waar een vreselijke overstroming is geweest. Maar ja, na een jaar ben je daar ook weer aan gewend. Mensen passen zich makkelijk aan. Een paar jonge mensen van een jaar of achttien, twintig, komen een oude vrouw tegen en die zegt: “Maar jullie weten toch wel dat er in alle gesteente een hebzuchtgas zit dat wij inademen? Dat is niet zo erg, want je lacht het er wel weer uit, maar als je nu hoog in een directiegebouw zit, waar de lucht ijl is, er komt veel uit het gesteente, dan word je hoe langer hoe hebzuchtiger. Dan doe je prachtige dingen voor de werkgelegenheid, maar de lust naar meer geld, meer rendement neemt steeds toe.” En dat is de werkelijkheid. Dat zie je bij de grote multinationals en banken gebeuren. Die enorme nadruk op geld, op rendement, alles financieel afrekenen. De jeugd stelt zichzelf de taak: hoe krijgen we die ondernemers naar beneden, zodat ze mooie blijven dingen blijven doen, maar niet zo hebzuchtig. Daar gaat dat sprookje over.
Beide boeken zijn een persoonlijk verhaal om een groot probleem aan te kaarten. Is dat belangrijk, om een groot probleem klein te maken?
Het is heel belangrijk dat de bevolking de ernst van de situatie gaat inzien. Als je nu ziet dat de temperatuur op de Noordpool twintig graden hoger is dan die hoort te zijn, dan smelt het poolijs. Dat doet de zeespiegel niet stijgen als het ijs drijft. Maar als het ijs op Groenland of Antarctica op het vasteland smelt, dan stijgt de zeespiegel wel degelijk, en veel. Het is ongeveer 65 miljoen jaar geleden dat de CO2-concentratie net zo hoog was als nu. Zo lang geleden, maar het is voorgekomen. Toen was het ongeveer vijf graden warmer. Toen was de zeespiegel tientallen meters hoger dan nu. De gevolgen kunnen buitengewoon ernstig zijn en het is te voorkomen.

Rigoureuze maatregelen
Wat doet u er zelf aan om de aarde zo min mogelijk te belasten?
Ik probeer met de wetenschap te praten en te zeggen: ga op de barricaden. Ik probeer tegen de politiek, voor zover ik daar nog invloed op kan uitoefenen, te zeggen: jongens, doe iets. Maar vooral de bevolking moet het gaan vinden. Want de bevolking kan de politiek dwingen. Of eigenlijk is het een wisselwerking tussen politiek en bevolking. Als die het samen vinden, dan gaat het gebeuren.
Uw kinderboek Koning van Katoren werd in eerste instantie afgewezen omdat het te politiek geëngageerd zou zijn voor de jeugd. Hoe reageerde u daarop?
Ik dacht: nou, zie je wel, ik kan helemaal niet schrijven. Maar mijn vrouw zei: wat een onzin, dit is het beste wat je tot dusverre hebt geschreven, dus hupsakee naar een andere uitgever. En die had ook aarzelingen, maar heeft het uiteindelijk toch uitgegeven. En toen kreeg ik daar de Gouden Griffel voor. De tijden veranderen. De tijd werd er rijp voor, voor zo’n benadering van de jeugd.
Zijn we nog te redden?
Ja, we zijn nog te redden, als we maar willen. Maar we moeten wel opschieten. Want er zijn al allerlei processen aan de gang die we niet meer kunnen stoppen. Ieder jaar dat we niet rigoureus maatregelen nemen kost het een veelvoud om dat later te herstellen.